Export uien blijft door hoge prijzen steken op 800.000 ton
De lange droge zomer van 2018 ijlt nog lang na. De droogte leidde tot grote verschillen in opbrengsten. Wie kon beregenen, had geluk en kon over het geheel een goede oogst naar binnen rijden. Voor de telers die deze uien vrij hadden, was het helemaal een goed jaar. Maar wie niet de mogelijkheden had om zijn gewas van water te voorzien, moest soms lijdzaam toezien hoe zijn gewas verloren ging door gebrek aan vocht. In de ergste gevallen werden percelen niet eens meer geoogst. Daar zijn harde klappen gevallen.
De kleinere oogst had ook zijn weerslag op de export. Door het beperkte aanbod van uien en dien ten gevolge hoge prijzen nam de belangstelling vanuit het buitenland voor de Nederlandse uien zienderogen af. Dat leidde tot een flinke deuk in de export: dit jaar gaat ‘slechts’ ruim 800.000 ton uien de grens over. Ter vergelijking: vorig jaar was dat nog bijna 1,2 miljoen ton.
Kwaliteitsuien
Werk aan de winkel, zegt Gunter in de nieuwsbrief van HOA, „om ons als Holland Onion Association de komende seizoenen opnieuw te bewijzen als betrouwbare leverancier van kwaliteitsuien.” Het voornaamste doel blijft de kwaliteit van de Nederlandse ui verder te verbeteren. En daarbij draait zeker niet alles om opbrengst. „We moeten meer dan ooit een gezond en duurzaam fundament ontwikkelen voor onze teelt. Qua rotatie, qua rassen en nu ook qua bewatering. Niet voor niets wordt juist dat laatste onderwerp een speerpunt in het nieuwe onderzoeksprogramma Uireka 2.0.”
Ondanks een kleinere omvang van de export is er in de lijst met afnemers weinig veranderd. Senegal blijft de nummer 1, gevolgd door Groot-Brittannië en Ivoorkust. Opvallende nieuwkomer in de lijst is Israël.
Meer afzet binnen Europa
Wat verder opvalt, zegt Gunter, is dat de export naar de omringende Europese landen eveneens flink in de lift zit. „Het is duidelijk te zien dat heel noordwest Europa met droogte kampte. Zo is de export naar Tsjechië flink gegroeid en zelfs verdubbeld tot meer dan 6.500 ton. Hetzelfde geldt voor landen als Hongarije, Noorwegen, Griekenland, maar ook Denemarken en Slovenië groeiden flink. En we mochten zelfs twee nieuwkomers verwelkomen: Azerbeidzjan en Albanië.”