44 procent akkerbouwers zit onder lage-inkomensgrens

Agrimatie, onderdeel van Wageningen University and Research (WUR), signaleert in de periode 2013 tot 2017 grote verschillen in het aandeel huishoudens onder de lage inkomensgrens, zowel tussen bedrijfstypen als tussen bedrijfsgroottes. Vooral in de akkerbouw kampten veel huishoudens in 2017 met de lage-inkomensproblematiek. Met 44 procent telde de akkerbouw in 2017 procentueel de meeste bedrijven onder de lage-inkomensgrens van 25.200 euro. In 2014 was dit percentage zelfs 47 procent. In 2013 30 procent, 2015 26 procent en 2016 40 procent.

Forse fluctuaties opbrengstprijzen

Volgens Agrimatie waren deze matige inkomens het gevolg van lagere opbrengstprijzen van een aantal belangrijke producten zoals aardappelen en uien. Dit zijn gewassen waarvan de prijzen jaarlijks flink kunnen fluctueren, waardoor prijsveranderingen in deze gewassen hard doorwerken in het inkomen.

Grote verschillen

Per jaar en per sector kunnen de inkomens sterk fluctueren. Zo waren in 2014 en 2015 de varkensbedrijven sterk vertegenwoordigd in de groep met lage inkomens, maar dankzij een forse inkomensverbetering in 2016 en 2017 door een grote vraag naar varkensvlees vanuit onder andere China daalde het aandeel met lage inkomens in 2017 tot onder de 20 procent. Voor de in aantallen bedrijven grootste sector, de melkveehouderij, nam het gemiddelde inkomen per huishouden in 2016 flink af door een lage melkprijs. Het aandeel melkveehuishoudens onder de lage inkomensgrens steeg daardoor tot boven de 50 procent! Door een sterk melkprijsherstel in 2017 ontstond daar wel weer wat lucht.

Gemiddelde over sectoren

Sinds 2001 moet jaarlijks minimaal 20 procent van de huishoudens in de land- en tuinbouw rondkomen van een inkomen onder de lage-inkomensgrens. In 2017 bedroeg deze circa 25.200 euro. In dat jaar zat 29 procent van de agrariërs met hun inkomen onder deze norm. Dit percentage betekende een forse daling ten opzichte van voorgaande jaren. De oorzaak hiervan was het gemiddeld hoge inkomensniveau van 103.000 euro per huishouden. Het hoogste niveau in deze eeuw. Hiermee is het percentage onder de lage-inkomensgrens vergelijkbaar met de jaren 2010, 2011 en 2012.