Uireka: ‘Koprot waarschuwingssystemen reageren alert, maar kunnen nog beter’

De uiensector en het ministerie van LNV hebben een gezamenlijk doel: zorgen voor een effectief koprotmanagement. In dit kader betekent effectief óók behandelingen achterwege laten als hiervoor geen noodzaak bestaat. Om hier invulling aan te geven is Uireka bezig met een meerjarig koprotonderzoek. Uireka is een samenwerking van bedrijven uit alle facetten van de uienketen. Ze werken samen aan de verbetering van de kwaliteit van de Nederlandse ui.
Onderzoeksomschrijving
Het tweede koprotonderzoeksjaar zit er na het bewaarseizoen 2018-2019 op. Waren in 2017 de omstandigheden voor koprot vaak nog gunstig, in 2018 was dit beslist niet het geval. De grootste uitdaging afgelopen teeltseizoen was de uien aan de groei te houden door te beregenen. In de proef werd weinig tot geen koprot gevonden, behalve in de speciaal geïnfecteerde stroken. Hier liep het koprotpercentage op tot 50 procent. Ondanks de, vanuit onderzoeksoogpunt ongunstige omstandigheden, leverde 2018 toch nog interessante informatie op. Waar het voorál om ging, was het gebruik van de waarschuwingssystemen. In dit kader werden zogenoemde Beslissing Ondersteunende Systemen (BOS) van drie aanbieders getest. Bij elke BOS is de infectiekans bepalende voor het moment van spuiten. In theorie zou door een betere timing van de bespuiting koprot effectiever bestreden kunnen worden.
Proef
In 2018 hebben de ondezoekers lang moeten wachten op infectiekansen voor koprot. Pas na de omslag van het weer rond 9 augustus kwamen er nog wat infectiekansen. Deze waren rijkelijk laat voor de schimmel om nog schade te kunnen aanrichten. De eerste sporenvlucht werd geregistreerd van 13 op 14 augustus. De eerste waarschuwing van een systeem kwam op 13 augustus. Hoewel aan het eind van de teelt, werd in dat object toch een bespuiting uitgevoerd. Het tweede systeem kwam met een waarschuwing op 14 augustus. Ook in dit object werd een bespuiting uitgevoerd. Het derde systeem gaf geen grote infectiekansen en was daarmee effectief gelijk aan de onbehandelde controle.
Conclusie
De waarschuwingssystemen gaven (terecht) geen waarschuwing gedurende de warme zomer. Pas na de weersomslag kwamen de waarschuwingen van twee van de drie systemen en dat kwam overeen met de eerste sporenvluchten. Een dag eerder spuiten, ondanks laat in het seizoen, gaf toch nog een significante, zij het kleine, verlaging van de mate van koprot. Op basis van deze eerste twee testjaren concluderen de onderzoekers van Uireka dat de drie systemen goed functioneren, maar wel nog verder gefinetuned moeten worden.