Schouten: rapport Agrifacts geen aanleiding om verbod neonicotinoïden te herzien
Schouten heeft het rapport van Agrifacts voorgelegd aan een aantal wetenschappelijke onderzoekers op het gebied van insecten, landschap en milieu zijnde Naturalis, Wageningen UR en Stichting EIS. „Volgens deze wetenschappers zijn de conclusies die de stichting Agrifacts over het verband tussen neonicotinoïden en wilde bijen trekt onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd. Zij wijzen erop dat de achteruitgang van bijen veroorzaakt wordt door een complex van factoren. Blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen is een van deze factoren. Stichting Agrifacts laat verder in dit onderzoek wetenschappelijke bevindingen buiten beschouwing, die een verband aantonen tussen het gebruik van neonicotinoïden en de verminderde conditie van bijen”, schrijft ze in haar brief.
EFSA
De minister verwijst in haar brief naar (oudere) rapporten van deskundigen over de relatie tussen het gebruik van neonicotinoïden en insectensterfte, zoals een studie over insectenetende vogels van Nature (2014), een EASAC-rapport (2015) en een Zweedse studie, gepubliceerd in Nature (2015). Deze laatste studie is door EFSA meegenomen in de herbeoordeling van de drie neonicotinoïden en heeft dus een rol gespeeld in de besluitvorming over de beperking van het gebruik van die middelen, schrijft ze.
Een Engelse studie uit 2016 over een negatief effect van zaadcoating (met neonicotinoïden) van raapzaad op wilde bijen ziet de minister als „een ondersteuning van de bevindingen van EFSA over het effect op wilde bijen van met neonicotinoïden behandeld zaad van bloeiende gewassen”. Schouten: „Ik zie daarom geen reden om het huidige verbod op het gebruik van neonicotinoïden in de open teelten te betwisten.”