Bereid de inzaai van groenbemesters goed voor
Bereid de inzaai van groenbemesters goed voor
De inzaai van groenbemesters komt op gang. Het eerste graan is inmiddels van het land en de rest zal snel volgen. Een goede voorbereiding voor de teelt van een groenbemester kan erg lonend zijn.
De teelt van een groenbemester is net zo belangrijk als een hoofdgewas. Immers een geslaagde groenbemester houdt stikstof vast, verhoogt het organisch stof gehalte en levert gratis mineralen voor de teelt die er op volgt. Bovendien verbetert het de waterhuishouding en zorgt het ervoor dat het bodemleven actief blijft. Een geslaagde groenbemester rendeert. Maar welke factoren hebben invloed op het slagen van de groenbemester?
Welke groenbemester past bij mij?
Het teeltseizoen begint bij de keuze van de groenbemester. Wat is de volgende hoofdteelt op het perceel? Kies voor een soortenrijk TerraLife® mengsel tenzij parasitaire aaltjes een belangrijke rol spelen? Bij Meloidogyne Chitwoodi, Hapla of het Bietencysteaaltje adviseert DSV zaden bladrammenas TRIDENT. Deze heeft een triple resistentie op deze aaltjes.
Het Groenbemesterkompas helpt bij het kiezen van de juiste groenbemestermengsels. Bij vroeg zaaien en veel stikstof vangen past TerraLife® WarmSeason. Wil je gaan voor een goede beworteling en opslag van organische stof in een rotatie met aardappelen? Kies dan bijvoorbeeld TerraLife® SolaRigol. Is een fijn zaaibed belangrijk bij bijvoorbeeld wortelen, uiten of bieten. Kies dan TerraLife® Betamaxx TR of TerraLife® Vitamaxx. De keuze van een groenbemester kan dus verschillen per gewas en per grondsoort.
Nawerking gewasbeschermingsmiddelen
Een ander punt waar rekening mee gehouden moet worden is de eventuele nawerking van herbicides. Vorig jaar is door de droogte gebleken dat bepaalde middelen achterbleven in de bodem. Deze hadden een effect op bepaalde componenten in groenbemestermengsels. Dit is vaak bekend bij de handelaren en de producenten van de gewasbeschermingsmiddelen. Vraag ernaar bij uw adviseur. In een aantal gevallen adviseert men om de bodem te mengen. Hierdoor verdwijnt het effect van het middel. In vochtige bodems zal het negatieve effect kleiner zijn en is de kans op kieming van alle zaden groter.
Kafbanen
Verhakseld stro en kaf heeft een hoge C/N ratio. Deze zal in eerste instantie voeding opnemen waardoor de groei van een groenbemester lager kan zijn. Dit kan zorgen voor specifieke kafbanen in het perceel groenbemester. Zorg voor een goede gelijkmatige verdeling van kaf en gehakseld stro over het perceel. Dit geeft een gelijkmatige groei van de groenbemester. Een mengsel mét vlinderbloemigen kan zorgen voor extra stikstof die het bodemleven helpt om de stroresten te verteren.
Bemesting
Om de groenbemester goed te laten starten adviseren we om nog een bemesting te doen. In de bemestingsnormen wordt voor zandgronden een stikstofnorm aangehouden van 50 kg/ha stikstof. Op de kleigronden is dit 60 kg/ha. Bij een vlinderbloemige groenbemester is dit 50% van de stikstofnorm. Een vlinderbloemige groenbemester is een groenbemester die meer dan 50% vlinderbloemigen bevat.
Ontwikkeling van groenbemestermengsels
De ontwikkeling van groenbemestermengsels kan van jaar tot jaar en per bodem verschillen. Bevat de bodem weinig meststoffen dan ontwikkelen de vlinderbloemigen zich wat sterker. Is deze juist rijk aan stikstof dan gedijen stikstofminnende soorten beter, zoals bijvoorbeeld Ethiopische mosterd of Japanse haver. Is er sprake van bodemverstoring dan zie je dat vlas zich sterk ontwikkeld. Vlas is in staat om door een verdichte laag te groeien. Zo helpt de groenbemester om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren. Bij een soortenrijk TerraLife®mengsel wordt de slagingskans vergroot omdat er altijd componenten zijn die zich goed ontwikkelen.
Tekst: Arjan van der Vinne