Column: Deense wintergerst gaat er vlot af
Maandag hebben we de combines voor het eerst het land opgereden, een Claas Lexion 540 en een nieuwe Massey Ferguson 9280. Onze zzp’er Jelle rijdt op de Ferguson, en ik, Klaas, zit op de Claas. De oogst verloopt vlot, waarschijnlijk hebben we het donderdag al aan kant. We telen dit jaar 80 hectare wintergerst, daarnaast dorsen we 20 hectare in loonwerk. De opbrengsten lijken goed, we hebben er mooi weer bij. Het vochtgehalte zat maandag rond 17 procent, we mogen leveren tot 18 procent. Ja, ik ben wel tevreden.
En als de gerst er af is, hebben we de komende maanden onze handen vol aan het persen van stro. Daar zijn we tot begin september wel mee zoet. Naast ons eigen stro hebben we er 200 hectare wintergerst- en tarwestro en graszaadhooi bijgekocht. In totaal persen we dit jaar 1.500 hectare stro. Om die klus te klaren, hebben we dit jaar een tweede pers aangeschaft, een New Holland met een pakmaat van 90 x 120 cm. Het stro gaat voor tweederde in de schuur, de rest slaan we op in een bult op het veld. Een groot deel van het stro zetten we via een coöperatie af naar de verbranding. De stadverwarming gebeurt hier namelijk op stro. Het toppunt van CO2-neutraal, daar kan Nederland nog wat van leren.
De gerst gaat naar de bewaarplaatsen van coöperatie DLG, vergelijkbaar met Agrifirm. Daar gooien we alle gerst in een pakhuis en we bepalen zelf ons verkoopmoment. Je maakt hier dus je eigen pool, een centrale pool via de coöperatie is hier niet.
En tussendoor willen we ook nog onze aardappelen rooien. We telen dit jaar 8 hectare consumptieaardappelen en 4 hectare pootgoed. In dit eerste jaar doen we het nog rustig aan, we hebben qua mechanisatie nog niet heel veel geïnvesteerd. In de komende jaren willen we wel verder groeien in de aardappelteelt. We telen Spunta en Desiree in de klasse SE, voor de consumptieteelt werken we met het Deense handelshuis Danespo. De oogst zetten we af bij een kleinverpakker die zo’n tien kilometer verderop zit.
Ook dit gewas staat er mooi bij. Ik heb nog geen proefrooiingen gedaan, maar het ziet er goed uit: er zit een mooi tal onder en het gewas is nog mooi fris. Ik denk dat ze nog wel twee weken door kunnen groeien voor ik ze ga doodmaken.
De veldkeuring is net geweest, alle aardappelen zijn goedgekeurd. Problemen met virus of bacterie kennen we hier niet, we telen op voor aardappelen maagdelijke gronden. In de wijde omtrek worden geen aardappelen geteeld en de luizendruk is veel lager. De uitgangssituatie is dus veel gezonder.
Het is hier droog, maar gelukkig niet zo droog als in Nederland. We hebben onze aardappelen gedurende het groeiseizoen drie keer beregend vanuit een bron. We telen de aardappelen op zanderige grond, omdat hier de minste stenen in zitten. Nadeel is dat ze in droogte ook sneller te lijden hebben van watergebrek.
De aardappelen gaan in principe af land naar Nederland, waar we ze opslaan in onze eigen bewaring die we daar samen met een goede vriend hebben. Daar worden ze gesorteerd en opgezakt, zo is het plan.