Avebe: lagere zetmeelopbrengst dan 2018
De zetmeelopbrengst gemeten op 1 juli valt met 1.760 kg in vergelijking met de 1.812 kg in 2018 iet lager uit. Door de overwegend aanhoudende droge omstandigheden zal de groei vanaf 1 juli ook beneden gemiddeld zijn. Op 1 september voert Avebe de volgende rooiproef uit. De proeven voert ze uit in het kader van het project Proefrooiingen Optimeel Studiegroepen Rendementsverbetering in de teelt van zetmeelaardappelen. De afgelopen maand zijn in de deelnemende percelen metingen verricht en de resultaten vergeleken met de resultaten van voorgaande jaren.
Stand van de gewassen
Droogte in combinatie met de hitte in eind juni laten duidelijk sporen na bij de zetmeelaardappelen. Het verschil met teeltjaar 2018 is dat dit jaar de droogte vroeger is ingetreden en zich nu voornamelijk beperkt tot het noorden en oosten van Nederland. Daarnaast is door de relatief droge winter de bodemvoorraad beperkt. De zetmeelaardappelen staan er dit jaar vergelijkbaar op dan in 2018. Tussen de percelen zullen wel duidelijke verschillen merkbaar zijn. Oorzaak hiervan is volgens Avebe de smalle strook met intensieve regenval die vorige week over het teeltgebied trok. Dit zorgde plaatselijk voor bijna 100 mm water, terwijl op korte afstand de teller bleef steken op slechts enkele millimeters.
Moeilijk
Waar de meeste percelen tot voor kort nog redelijk met de droge omstandigheden om konden gaan, ziet Avebe dat veel aardappelpercelen, door de combinatie van droogte en hoge temperaturen eind juni, het moeilijk hebben. De groei van de knollen is op deze percelen vrijwel tot stilstand gekomen. Daarentegen zien de beregende percelen er nog redelijk vitaal uit. De groei lijkt ook hier beperkt. Hoe de verschillende gewassen zullen reageren indien er water van betekenis komt, is afhankelijk van de vitaliteit van het gewas op dat moment. Verschillende gewassen zullen eerst moeten herstellen voor de knolproductie weer op gang komt. In die situaties ligt volgens Avebe doorwas op de loer. Vooral Seresta en Aventra zijn doorwasgevoelige rassen. Avebe kan geen algemeen advies geven hoe met doorwas om te gaan. Per perceel dient dit te worden beoordeeld. Zeker is wel dat de aanhoudende droogte, in combinatie met hoge temperaturen, een negatief effect zullen hebben op de uiteindelijke zetmeelopbrengst.
Planning
Vooralsnog denkt Avebe dat ze de campagne in week 34 kan starten op de locatie Gasselternijveen. De locatie Ter Apelkanaal start week 35 en de twee fabrieken in Duitsland in week 34 (Dallmin) en week 35 (Lüchow). Avebe houdt daarbij een slag om de arm. Afhankelijk van de veldomstandigheden kan ze besluiten om de verwerking in Ter Apelkanaal te verschuiven.