Bruinrot beregeningsverbod in enkele gebieden opgeheven
Minister van Justitie en Veiligheid Ferdinand Grapperhaus heeft voor heel Nederland gebieden aangewezen waar het verboden is om oppervlaktewater te gebruiken voor en bij de teelt van consumptie- en zetmeelaardappelen en andere waardplanten van het quarantaine-organisme Ralstonia solanacearum. Dit is de bruinrot veroorzakende bacterie. Een bruinrot besmetting heeft grote gevolgen voor aardappelteelten en -bedrijven en kan tot omvangrijke schade leiden. Voor de teelt van pootaardappelen (NAK-pootgoed, ATR-pootgoed én TBM-pootgoed) is een verbod voor het gebruik van oppervlaktewater in heel Nederland van toepassing.
Besmetting met bacterie Ralstonia solanacearum.
Het oppervlaktewater in beregeningsverbodsgebieden is (vermoedelijk) besmet met de bacterie Ralstonia solanacearum. Met watermonsters onderzoekt de NVWA jaarlijks de oppervlaktewateren op de aanwezigheid van deze bacterie. De resultaten hiervan zijn bepalend voor het vaststellen van de beregeningsverbodsgebieden.
Drie jaar bacterievrij
Wanneer blijkt dat in (delen van) eerder aangewezen beregeningsverbodsgebieden de bacterie drie jaar achtereen niet (meer) voorkomt, kan het beregeningsverbodsgebied of delen daarvan worden opgeheven. Telers mogen het oppervlaktewater in de opgeheven gebieden dan gebruiken voor het beregenen van consumptie- en zetmeelaardappelen.
Verbodsgebieden ingeperkt
Op basis van recente resultaten van bemonsteringsonderzoeken door de NVWA kan nu een aantal verbodsgebieden worden ingeperkt dan wel worden opgeheven. Dit met ingang van 24 juli 2019. De oppervlakte waarop het beregeningsverbod geldt is nu met ruim 11 procent afgenomen. Het betreft (delen van) verbodsgebieden in Noord-Holland, Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg waar de bacterie tussen 2016 en 2018 niet meer is aangetroffen. Telers in deze gebieden mogen weer consumptie- en zetmeelaardappelen met oppervlaktewater beregenen.
Directe inwerkingtreding
Met de publicatie in de Staatscourant is de regeling op 24 juli 2019 inwerking getreden. Daarmee wijkt minister Grapperhaus af van de regel dat regelingen normaliter twee maanden voor inwerkingtreding worden gepubliceerd. Volgens Grapperhaus is een afwijking van deze termijn te verantwoorden. Voor aardappeltelers in de betreffende gebieden met een beregeningsverbod is het immers van groot belang om exact en zo spoedig mogelijk op de hoogte te zijn welke delen van de betreffende beregeningsverbodsgebieden worden opgeheven, zodat zij tijdens de droogte het oppervlaktewater in deze opgeheven gebieden kunnen gebruiken voor het beregenen van hun consumptie- of zetmeelaardappelen.