Trump heeft grotere invloed op tarweprijs dan misoogst
De sterkere groei van de vraag naar tarwe zorgt voor een demping van de prijzen. In haar vandaag gepubliceerde Agri Granen Insight gaat ABN Amro voor 2020 uit van een stabiele prijstrend voor tarwe. De bank signaleert voor de tarwe een gemiddeld grotere prijsbeweeglijkheid dan voor maïs en sojabonen. De reden hiervan is dat tarwe wereldwijd in veel landen wordt geproduceerd. De bulk aan mais en sojabonen komt slechts uit enkele landen. Daardoor zijn er aanzienlijk meer landen actief op de tarwe-exportmarkt, wat resulteert voor meer concurrentie. Tot en met mei 2019 steeg de Amerikaanse tarwe-export met 28 procent op jaarbasis. De Russische en Australische export daalde met respectievelijk 19 en 10 procent.
Turbulent
De graanmarkten in de eerste halfjaar typeert de bank als ‘turbulent’. Zo bedroeg het verschil tussen de hoogste en de laagste maisprijs tot dusver 24 procent. Voor de tarweprijs was dit verschil 22 procent en voor de sojabonen 15 procent. Het valt de bank op dat zowel de prijspieken als -dalen in de drie graanmarkten op hetzelfde moment vallen. De gemene deler is volgens ABN Amro hier het handelsconflict tussen de VS en China. De voortgang van het overleg tussen de VS en China houdt de gemoederen flink bezig in deze graanmarkten. Het resultaat van de handelsbesprekingen heeft namelijk direct invloed op de toekomstige vraag naar granen. Alleen al het sentiment over de voortgang van de handelsbesprekingen heeft grote uitwerking gehad op de prijs. Een negatief sentiment leidt doorgaans tot dalende prijzen (minder vraag), en vice versa.
Dalende productie, stabiele consumptie
De totale tarweproductie daalt dit jaar met bijna 4 procent. De consumptie daarentegen blijft stabiel. De voorraden nemen daarmee af wat kan resulteren in een herstel van de tarweprijs richting eind van het jaar. De bank waarschuwt voor een mogelijke kanteling van het marktbeeld komend jaar. Ze verwijst daarbij naar de verwachting van de International Grains Council (IGC). Die gaat uit voor komend jaar uit van een productiegroei met bijna 5 procent. Vooral door meer arealen in Australië, Oekraïne en Rusland. Daar staat een verwachte toename van de mondiale vraag tegenover van ruim 2 procent. Vooral de vraag vanuit de diervoederindustrie neemt sterk toe. Daarmee komt de groei van de vraag sinds drie seizoenen weer boven het langetermijngemiddelde uit. Per saldo stijgen de tarwevoorraden en die bereiken een piekniveau. De beschikbare voorraden ten opzichte van de totale consumptie stijgt naar 36,3 procent. Dit zorgt volgens de bank voor enige druk op de prijs.
Voortgang in de oogst
De tarweoogst in Europa is tot dusver beter dan verwacht. De hitte in juni heeft minder schade toegebracht dan aanvankelijk werd verwacht. Het aantal ton tarwe per hectare neemt toe en dat houdt de beschikbaarheid hoog. Hier gaat enige prijsdruk van uit. De oogst in Rusland verloopt voorspoedig. Door de droogte en hoge temperaturen eerder dit jaar krimpt per saldo de totale Russische tarweproductie. In de VS hebben veel regen en overstromingen begin dit jaar een negatief effect op de opbrengst. De beplantingen liepen daardoor vertraging op. Dit gaat ten koste van de kwaliteit. In Azië kampte tarwetelers met een invasie van de legerworm.