NAK: geen dwangsommen opgelegd voor wilde haver

Telers die wilde haver in hun percelen signaleerden hebben, conform de regelgeving, tijdig maatregelen genomen om deze te verwijderen. In totaal kwamen de afgelopen weken bij de NAK 45 meldingen van wilde haver binnen. Bij een tweede controle bleken de telers maatregelen te hebben genomen en hoefde er geen dwangsom te worden opgelegd.
Achtergrond
De keuringsdienst voerde de controles uit in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Op 25 juni meldde de NAK dat ze controles gingen uitvoeren op wilde haver. Dat had te maken met de voorspoedige ontwikkeling van het graan. De wilde haver blijft daarin niet achter en dat vraagt om bestrijding/ verwijdering om schade of uitzaaien te voorkomen. Wilde haver moet verwijderd worden vóórdat het zaad uitvalt. Bij het aantreffen van wilde haver geeft de NAK eerst een waarschuwing. Blijkt bij een hercontrole dat de wilde haver niet is verwijderd, dan stelt de NAK een rapport van bevindingen op. Op basis daarvan legt de NVWA een L(ast) O(nder) D(wangsom) op. De hoogte van de dwangsom bedraagt 500 euro per dag. Op percelen in de provincies Utrecht, Zuid-Holland, Gelderland, Noord-Brabant, Zeeland en Limburg moet het onkruid vóór 1 juli verwijderd zijn. Voor percelen in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Flevoland, Overijssel en Noord-Holland is dat vóór 15 juli.