Column: Freda Bierema uit Nieuw Zeeland: waterregistratie en schetenbelasting

Winterreces
Momenteel zitten we in onze “zes weken winterreces”. Er is in deze periode niet veel groei waardoor op het land nauwelijks iets hoeft te gebeuren. Naast elke dag de lammeren te moeten voeren is er meer dan voldoende tijd om wat onderhoud te plegen, op te ruimen en een plan voor het voorjaar te maken.
Water
Behalve het werk en beleid aangaande de gewassen die wij op onze boerderij telen, hebben we hier in Nieuw Zeeland ook te maken met een veel uitgebreider scala aan onderwerpen die de agrarische sector in het algemeen bezig houden: de kwaliteit van water en het Emission Trading Scheme (ETS) om er zo maar even twee te noemen. Water is zolang als wij hier wonen al een “hot topic”, zowel kwantiteit als kwaliteit. De hoeveelheid water die een agrarisch bedrijf voor beregening mag gebruiken is vastgelegd in een vergunning. Deze vergunning wordt verstrekt en gecontroleerd door de regionale milieu raad. Deze is gebonden aan de grond en inmiddels veel geld waard. Elke grondwaterpomp moet voorzien zijn van een watermeter. Overgebruik kan een fikse boete opleveren. We moeten een administratie bijhouden wanneer en hoeveel we beregenen en wanneer en wie onderhoud en reparatie doet. Wat betreft de kwaliteit van grondwater moeten we tegenwoordig per perceel bijhouden wanneer en welke kunstmest we strooien en welk perceel wanneer begraasd wordt door koe of schaap.
Schetenbelasting
Afgelopen week heeft de agrarische sector een overeenkomst gesloten met de regering over de ETS kwestie. Nieuw Zeeland produceert 0,17 procent van alle gasuitstoot in de wereld. Het grootste percentage van deze hoeveelheid wordt veroorzaakt door vee en niet door transport en industrie zoals in vele andere landen het geval is. Het is de bedoeling dat de boeren gaan betalen voor de gasuitstoot (de zogenaamde “scheten belasting”) met het idee dat “de vervuiler betaalt”. Waar en of de akkerbouw in dit plaatje gaat passen is nog volledig onduidelijk.
Groeiend gat stad en platteland
De twee bovengenoemde punten komen samen wanneer het gaat om een groter groeiend gat tussen stad en platteland. De teneur in de samenleving voelt dat men de agrarische sector ziet als een groepering die ten koste van het milieu een zo hoog mogelijke winst wil maken. In Canterbury zijn de (vee-)bedrijven de laatste jaren nogal groter geworden, is bevloeiing vervangen door zichtbare beregeningsinstallaties en is het water niveau in de rivieren en de waterputten gedaald. Wij persoonlijk zien het als een uitdaging voor de agrarische sector om stedelijk Nieuw Zeeland uit te leggen dat we er niet op uit zijn om het platteland in de komende generatie te ruïneren, maar dat we met de kennis en de middelen die we op het moment hebben voor nu en naar de toekomst toe zo duurzaam mogelijk voedsel willen produceren……maar om dat te kunnen behalen en bekostigen zullen we toch winst moeten maken!