Plaatselijk forse tripsdruk in uien
Op enkele percelen in de IJsselmeerpolders maar ook de Betuwe signaleert Ten Brinke uit Creil we een ware trips uitbraak. Volgens Wouter ten Brinke betreft het niet alleen percelen naast geoogst graan. Ook percelen gelegen naast mais of langs een slootkant zijn getroffen door een tripsuitbraak. Trips blijkt erg dol op zwakke en afstervende gewassen. Dan gaat uitbreiding vaak erg snel. „Het is dan belangrijk de populatie in de hand te houden”, waarschuwt Wouter Ten Brinke. Tripsschade wordt duidelijk zichtbaar door een zilvergrijze witte gloed over de uien. Ze schraapt als het ware het bladgroen van het gewas. Ook in het werkgebied van CZAV (Zuidwest Nederland) is (nog steeds) sprake van een forse tripsdruk in uien. Maar ook hier is sprake van grote verschillen tussen de percelen. „De teler moet erbovenop blijven zitten. Een bestrijding is alleen nog effectief voor het strijken van het gewas. Na het strijken zijn de tripsen nog moeilijker te bereiken”, zegt Leo Zandee van CZAV desgevraagd. Het voorspelde wisselvallig weer heeft volgens Zandee een positief effect op een verdere tripsuitbreiding. Loonspuiter Emile Steins uit het Limburgse Arensgenhout herkent zich niet de actuele situatie in Zuidwest Nederland en de IJsselmeerpolders. „Ik kom op de Zuid-Limburgse uienakkers weinig tot geen trips tegen”, aldus Steins.
Effectieve bespuiting
Voor een goede werking van het gewasbeschermingsmiddel is het belangrijk dat het gewasbeschermingsmiddel goed verdeeld zit op het gewas. Om dat te bereiken is het positief een uitvloeier aan het gewasbeschermingsmiddel toe te voegen. Afgelopen periode heeft Ten Brinke onderzoek gedaan naar een goede uitvloeier. Hieruit vloeit voort dat Heliosol een goede nieuwe uitvloeier is. Het middels heeft, naast een uitvloeiende werking, ook een verbeterde insecten dodende werking. Het advies is om Heliosol te gebruiken in een dosering van 200 ml/100 lt. water.
Spuittips
De enige manier om de populatie te verlagen is regelmatig met korte intervallen een bestrijding uit te voeren. Voor een dodende werking is het zaak dat het middel de trips raakt. Op afstervende uien, die al gestreken liggen, hebben de meeste middelen nog nauwelijks effect. Het juiste tijdstip van de bespuiting is volgens Ten Brinke het moment dat de trips het meest actief is. Dit is 's morgens wanneer de dauw nog op het gewas ligt, of 's avonds wanneer het vochtig begint te worden. Soms zijn de omstandigheden overdag, met donker weer, ook geschikt. Ten Brinke adviseert telers krijgen om enkele keren snel achter elkaar te spuiten om zo het aantal tripsen snel te verlagen.