„Er is zoveel wat niet klopt in rapporten”
Agrifacts beticht PBL na grondige analyse opnieuw van misleiding
STAF reageert nu pas op deze publicatie omdat de stichting de tijd nodig had om het rapport goed te bestuderen, zegt voorzitter Jaap Haanstra. „Het is een dik rapport. Een goede analyse hiervan kost tijd. Als wij andere partijen verwijten niet zorgvuldig te zijn, moeten we dat zelf wel zijn.”
In het zijn onderzoek concludeert het PBL dat akkerbouwers op veel terreinen vooruitgang hebben geboekt, maar dat ondanks deze inspanningen de doelen van het nationale gewasbeschermingsbeleid voor waterkwaliteit, biodiversiteit en arbeidsveiligheid nog niet zijn gehaald. De PBL-publicatie is de tussenevaluatie van de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst over het tijdvak 2013 tot 2018.
Verkeerde conclusies getrokken
STAF verwijt het PBL een te magere samenvatting naar buiten te hebben gebracht, waardoor veel media en politici de verkeerde conclusies hebben getrokken. Zo hadden de normoverschrijdingen in oppervlaktewater tussen 2013 en 2018 met 50 procent moeten afnemen, het werd 15 procent, was de conclusie van het PBL. Media en politici die alleen de (publieks-)samenvatting hadden gelezen, meenden van doen te hebben met een landelijk beeld. Een grote misvatting, stelt Agrifacts: „Het ging namelijk over de 15 procent meest vervuilde meetpunten. En zeker niet om het landelijke beeld. Voor dit essentiële detail had men moeten doorlezen in rapport en onderliggende stukken. Zoveel leestijd gunde vrijwel niemand zich.” Wanneer gekeken wordt naar alle meetpunten en de Europese beoordelingssystematiek, dan hebben boeren en tuinders de doelstelling van 50% minder normoverschrijdingen wel gehaald, stelt Agrifacts na toetsing van de volledige dataset.
Het is niet voor het eerst dat het PBL zich verslikt in feiten, stelt STAF. Eerder was het ook al raak, toen het PBL een klimaatwinst van 25 tot 40 procent broeikasgasreductie had toegeschreven aan halvering van de vleesconsumptie. Hier waren de woorden ‘van de 9 procent landbouwgerelateerde emissies’ weggelaten: die moesten lezers zelf opdiepen uit de onderliggende Engelstalige literatuur. STAF maakte hier afgelopen winter een punt van, waarop het PBL de ontbrekende informatie alsnog toevoegde. „Die onjuiste 25 tot 40 procent is echter nog altijd terug te vinden in publicaties van gerenommeerde organisaties, zoals de Consumentenbond. Wat duidelijk maakt dat zelfs vooraanstaande stakeholders de onderliggende literatuur niet lezen”, aldus STAF. „Er is zoveel wat niet klopt in rapporten. Die fouten zijn van invloed op iedereen: op basis van welke kennis nemen we onze beslissingen”, zegt Haanstra.
Het PBL hanteert ‘de kunst van het weglaten’, waardoor anderen in de fout gaan, stelt STAF. De stichting wil dat het PBL zijn communicatie zodanig inricht dat partijen die alleen de (publieks)samenvatting lezen, niet meteen op het verkeerde been staan. Ook wil STAF dat het PBL de communicatie over zijn Evaluatie Gewasbescherming overnieuw doet.
Rabbinge: PBL slaat plank mis
STAF is niet de enige partij die het PBL verwijten maakt over zijn publicaties. hoogleraar Rudy Rabbinge stelde deze zomer dat het PBL met zijn rapport over geïntegreerde gewasbescherming de plank misslaat. „Ze zoeken heel selectief in onderzoeken en literatuur wat in hun politieke visie past. Een politicus mag dat. Een planbureau niet.” Het PBL schetst voortdurend het beeld dat boeren te veel chemische middelen gebruiken. „Maar als je goed bekijkt waar de sectoren nu staan, dan kun je alleen maar concluderen dat ze ongelooflijk veel vooruitgang hebben geboekt. Het PBL veegt die enorme prestaties zo van tafel.” Hij plaatst grote vraagtekens bij de objectiviteit van het PBL.