PBL beticht AgriFacts van onjuiste aannames

In een brief aan Staf geeft het PBL puntsgewijs een uitgebreidere toelichting. Zo schrijft het PBL dat het in zijn publicatie de beoordelingsmethode van de Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft toegepast. „En dus geen strengere rekenmethodiek, zoals STAF stelt”, stelt directeur Hans Mommaas in zijn brief. Evenmin leidt het door PBL gebruikte meetnet tot een ongunstiger voorstelling van zaken omdat dit meetnet niet representatief zou zijn, antwoordt het planbureau. „Het PBL heeft de uitspraak over de trend in het aantal overschrijdingen van de KRW-norm gebaseerd op een meetnet (96 meetpunten) dat Deltares in 2013 heeft opgezet in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu om de ontwikkelingen in de kwaliteit van het oppervlaktewater te kunnen monitoren en duiden.”
Volledige transparantie
Het is voor het PBL onduidelijk waar AgriFacts zijn bewering op baseert dat de door het PBL gerapporteerde trend niet representatief zou zijn. „Het PBL heeft in zijn rapport juist volledige transparantie nagestreefd door ook de vergelijking met het totale meetnet te presenteren.”
Ook verwijt het PBL de Stichting AgriFacts van onzorgvuldig werken, waar het gaat om het al dan niet halen van het beleidsdoel voor de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater: een daling van het aantal overschrijdingen met 50 procent ten opzichte van 2013. PBL ontkent de stellingname van AgriFacts dat dit doel wel zou zijn gerealiseerd als de data van alle meetpunten in ogenschouw genomen worden. „Deze uitspraak is niet correct. Uw Stichting heeft namelijk een foutieve methode toegepast om tot deze uitspraak te komen. Kortweg komt het erop neer dat uw Stichting simpelweg de data van twee jaren (2013 en 2017) van elkaar af getrokken heeft. Dit is niet zorgvuldig omdat vergelijking van de data uit individuele jaren de trend niet juist weergeeft.”
Absurd
STAF is verrast door het nagezonden hoofdstuk: ‘Berekening normoverschrijdingen gewasbeschermingsmiddelen – Achtergrond bij het rapport Geïntegreerde gewasbescherming nader beschouwd’ van het PBL. „Het is absurd dat een dergelijk belangrijk hoofdstuk, dat beschrijft hoe de conclusies tot stand zijn gekomen, niet in het rapport is opgenomen. Maar pas werd opgesteld, nadat er vragen werden gesteld over de beoordelingssystematiek. Dit is precies het punt dat STAF richting het PBL maakte in haar brief: essentiële informatie ontbreekt in de rapporten, waardoor Jan en allemaal op het verkeerde been worden gezet.”