Droogte opnieuw van grote invloed op zetmeelcampagne
De fabrieken in Gasselternijveen en het Duitse Dallmin zijn de eerste die zetmeelaardappelen gaan verwerken, daarna volgen Ter Apelkanaal en Lüchow (Duitsland). Terwijl de eerste vrachten aardappelen al worden aangeleverd voor een voorspoedige start van de campagne kan Avebe nog geen goede inschatting geven van de te verwachten oogst. „Wat nu binnenkomt bij de fabriek ziet er goed uit. Maar dat is nog maar de start”, zegt een woordvoerder van Avebe.
Plaatselijke buien
Door de droogte en vooral de (eventuele) beschikbaarheid van water zijn er grote verschillen zichtbaar in de stand van de aardappelen: er zijn percelen waar de groei al een tijdje uit is, terwijl op andere percelen het loof nu nog groen staat. Buien vielen vaak zeer plaatselijk waardoor er zelfs op telersniveau tussen percelen grote verschillen zijn.
Avebe merkt dat meer telers na de droge zomer van 2018 hebben geïnvesteerd in een beregeningsinstallatie. Als gevolg van onttrekkingsverboden van waterschappen konden echter niet alle telers volledig gebruik maken van deze investering.
Grondsoort
Ook de grondsoort speelt een rol. In de Veenkoloniën is het beeld over het geheel positief, maar op de zandgronden, zoals op de Hondsrug en in Gelderland lijken de opbrengsten veel minder, aldus de woordvoerder.
Avebe verwacht over een paar weken een betere inschatting van de oogst te kunnen maken. „Vorig jaar konden we helaas vanaf het begin al zeggen dat er substantieel minder aardappelen zouden worden geoogst. Nu kunnen we dat nog niet, juist vanwege die grote onderlinge verschillen.” Vorig jaar werd uiteindelijk een kwart minder aardappelen verwerkt.
Het zetmeelconcern verwacht vooralsnog niet dat de campagne als gevolg van een kleiner aardappelaanbod vroeger zal stoppen. Avebe koerst net als in voorgaande jaren op medio april. De locatie in Gasselternijveen zal traditiegetrouw als laatste sluiten.