Bouwplanmatig inpassen van groenbemesters
Als voorbeeld van de rotatie aanpassen aan een perceel noemt Kleeven de situatie waarin een schadelijk aaltje actief blijkt op een perceel. „Als je de aaltjes vindt in een grondmonster, kan je bijvoorbeeld besluiten om eerst suikerbieten op dat perceel te zetten. Die vermeerderen minder aaltjes. Je stapt dan af van het principe om in het eerste jaar met aardappelen te komen en in het vierde weer. Misschien kan je voor meer gewassen kiezen in het bouwplan. Zo kan je zuinig zijn op de eigen grond.”
Tagetes
Kleeven merkt op dat in het zuidoosten meer telers kiezen voor Afrikaantjes (Tagetes) in het bouwplan. Die groenbemester is het sterkst tegen vrijlevende aaltjes, als hij vroeg gezaaid kan worden. Toch hoeft dat niet een heel teeltjaar te kosten. Kleeven: „Je kan de Tagetes ook zaaien na spinazie, wintergerst of een vroege aardappeloogst. Ik heb een klant die wel op 30 hectare Tagetes zaait.”
Voor de werking op Pratylenchus penetrans en wortelknobbelaaltjes is zaaien voor half augustus het beste. Het gewas moet nog een goede ondergrondse ontwikkeling doormaken. „Toch heb je, ook als de reductie van aaltjes niet maximaal is, voordeel van deze groenbemester. De organische stof heeft bovendien een goed effect op de bodemstructuur.”
Ga naar de groenbemesterdag op proefbedrijf Vredepeel. Deelnemen is gratis.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes