Beter Bodembeheer dynamische toegang tot bodemkennis

Janjo de Haan van WUR Open Teelten ziet bodembeheer als een voortdurende zorg voor fysische, chemische en biologische bodemkwaliteit. Beeld: Jorg Tönjes

Beter Bodembeheer, een publiek-private samenwerking (PPS) rond het thema bodem, benadert bodembeheer vanuit een integrale visie. Volgens onderzoeker Janjo de Haan van Wageningen Universiteit en Research (WUR) hebben bewerkingen, mest aanwenden en andere teelthandelingen namelijk invloed op de fysische, chemische en biologische kwaliteiten van de bodem. Ze zijn niet los van elkaar te zien, zegt De Haan.

Telers kunnen via de speciale internetpagina van Beter Bodembeheer toegang krijgen tot de kennis op het gebied van bodem. Een actueel voorbeeld is het nieuwe Handboek Groenbemesters , dat op woensdag 28 augustus 2019 officieel aangeboden wordt aan de Branchorganisatie Akkerbouw (BO). Net als bij veel andere kennis is het door de digitale presentatie mogelijk om voortdurend updates te maken van de kennis.

Beter Bodembeheer biedt de kennis aan via bijeenkomsten en pers, maar ook via een eigen digitaal magazine. De eerste editie daarvan staat sinds enige maanden op de internetpagina. Het project maakt veel gebruik van de nieuwe Proeftuin voor Agroecologie en Technologie in Lelystad. Dit is de nieuwe naam voor wat veel telers nog kennen als de Broekemahoeve.

Ontbrekende kennis

Bij de groenbemesters is sinds de vorige editie van het Handboek veel kennis toegevoegd. Er zijn nieuwe soorten toegevoegd en nieuwe eigenschappen bekend. Toch is er volgens de samenstellers van het Handboek Groenbemesters van WUR Open Teelten nog veel kennis aan te vullen. Ze denken dan bijvoorbeeld aan meer metingen aan bodemleven, nutriëntenkringlopen en milieueffecten. De functie van groenbemesters is breder geworden, stelt groenbemesterexpert Wiepie Haagsma van WUR Open Teelten. Telers willen meer weten over onkruidonderdrukking, CO2-opslag en bodemgebonden ziektes. Van een aantal nieuwe groenbemesters, zoals Ethiopische mosterd, verzamelt het onderzoek nieuwe gegevens, die telers kunnen gebruiken bij de keuze voor de juiste soort.