Bodem verwerkt ook natuurlijke regenval beter bij druppelirrigatie
Delphy doet al enkele jaren onderzoek naar druppelirrigatie. In 2019 ligt op acht locaties, op totaal 40 hectare, druppelirrigatie voor dit onderzoek. Arends zegt dat voordelen liggen in minder uitspoeling, lager waterverbruik, mogelijkheden voor bijgeven van meststoffen in het water (fertigatie) en vorstbescherming. Nadelen zitten in de hoge kostprijs, waardoor duurdere teelten als bloembollen, pootgoed en uien als eerste in beeld komen voor het toepassen van druppelirrigatie.
In aardappelen vergelijkt Delphy twee manieren van het leggen van de 'tapes', de druppelslangen in het gewas. Het leggen van een tape op iedere rug is duurder dan het leggen van tapes tussen elke twee ruggen. Arends zegt dat op de ruggen leggen toch beter uit de vergelijking komt. Dat heeft vooral te maken met het beter kunnen verdelen van de kunstmeststoffen voor de aardappelen.
De besparing van water met druppelirrigatie ten opzichte van een pivot is dit seizoen merkbaar. De pivot had 60 millimeter nodig en de druppelslangen 40. Arends zegt dat het voordeel voor de aardappelteler echter zit in de grotere knollen. Dankzij fertigatie in de rij gaat het systeem poederschurft tegen. Bij het systeem beperken de deelnemers zich tot 2 millimeter water per dag. De rest van het water voor de verdamping van het het gewas komt uit de grond. Er ontstaat zo geen vochtig milieu waarin rot of schimmelgroei kan optreden.
Dichter planten
In de proeven vergeleken de onderzoekers een wijdere en een nauwere stand. De vergelijking ging tussen een pootafstand van 5 en 7 planten op een meter. Het nauwere plantverband leverde in combinatie met druppelirrigatie 4.400 euro extra opbrengst per hectare. Een mooiere sponsstructuur van de bodem zorgde ervoor dat het gewas regenval beter kon benutten. Toepassen van fertigatie houdt de groei langer in het gewas dan alleen water geven.
In een uiengewas gaf de druppelirrigatie minder stress tijdens de groei. „Bij uien heb je wel een hele goede kwaliteit van het water nodig. Als het water uit de bron te rijk aan ijzer is, neemt het gewas slecht fosfaat op. De oplossing is om grondwater eerst tijdelijk in een waterbekken te pompen en van daaruit te beregenen”, zegt Arends. Bij de uien was ook 20 millimeter water nodig in het seizoen, vergeleken met beregening.
Hagel
De uien bleven, net als de aardappelen, droger en hadden minder last van ziektes. Een vroeg uiengewas kan eerder rijp zijn. Om het langer aan de groei te houden is toevoeging van meststoffen in het irrigatiewater een methode. Fertigatie lijkt ook bij te dragen aan sneller herstel van een hagelbui, ziet Arends in de proeven van dit jaar.
De onderzoekers willen de proeven voortzetten met andere gewassen. Daarvoor kiezen ze zoete aardappel en pioenroos. De zoete aardappel is een lastig gewas in het noorden, omdat het bij een late oogst last kan krijgen van nachtvorst. Misschien maakt druppelirrigatie deze teelt gemakkelijker. Pioenroos is een teelt van 2 tot 3 jaar, waar dan maar één maal de tapes in gelegd hoeven te worden. Om beschadiging van de tapes tijdens het werk te voorkomen, leggen de onderzoekers de tapes een beetje links en rechts in de ruggen.
Bij lelies heeft het project al wat ervaring opgedaan. Hier blijkt de kwaliteit vooruit te gaan met minder dubbele neuzen in de oogst. De planten hebben minder stress, minder last van nachtvorst en bij hitte werkt de druppelirrigatie koelend. De meststoffen worden bij fertigatie beter opgenomen. Daarom kan minder stikstof gegeven worden, maar door de vorm van de meststof, oplosbaar in de irrigatiewaterleiding, is deze wel 2 tot 3 keer zo duur.
Kostenplaatje
Druppelirrigatie is volgens Arends vooral geschikt in de duurdere teelten. „De druppelslangen kosten tussen de 700 en 1.300 euro per hectare en dan zijn er nog vaste kosten van ongeveer 150 euro per hectare, als we uitgaaan van een teler met 20 hectare druppelirrigatie. Het nadeel is dat je deze kosten ook maakt als het geen droog jaar is.” Problemen bij het systeem kunnen zijn vraat door vogels of andere beesten, wind en ophoping van ijzer in de slangen. Het systeem spaart, eenmaal gelegd, wel arbeid en de meeropbrengst bij poters kan tussen de 2.000 en 4.000 euro liggen, zegt Arends. „Beschikbaarheid van water is een eis en dat blijkt de afgelopen jaren een toenemend probleem.” Extra voordelen zijn volgens Arends de lagere uitspoeling, eerder weggerotte moederknollen en een betere conditie van de grond bij de oogst.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes