Handelshuizen kunnen aangeven welke partijen en rassen met voorrang moeten worden getoetst
Prioritering in nacontrole om vertraging vroege export van pootgoed te voorkomen
De tussenstand in de nacontrole is nu 37,5 procent. Dit extreem hoge percentage verlagingen en afkeuringen heeft tot gevolg dat er veel heronderzoeken worden aangevraagd.
De NAO en de NAK zijn overeengekomen dat voor een deel van de percelen de bemonstering uitgesteld kan worden. Handelshuizen kunnen aangeven of bepaalde partijen nu moeten worden bemonsterd of dat een latere toetsing mogelijk is. Doel van deze aanpassing is om percelen die een vroege (export-)bestemming hebben ook vroegtijdig van een uitslag te voorzien.
Hoge luizendruk in het veldgewas
Tot nu toe is van 8 procent van de monsters de uitslag binnen. Bij de start van de nacontrole moest de NAK al veel pootgoed in klasse verlagen of afkeuren. Tot vorige week was 41 procent verlaagd of afgekeurd, dat is nu bijgesteld naar 37,5 procent. Zeer waarschijnlijk zijn de hoge luizendruk en de virussituatie in het veld tijdens het groeiseizoen de boosdoener. De problemen in de nacontrole worden jaar op jaar groter. Vorig jaar stond de teller aan het eind van de nacontrole op 25 procent, het jaar daarvoor was dat 17 procent. In 2017 waren de resultaten (7,8 procent) aanzienlijk beter.
