Driftbeperkende maatregelen nog zorgenkindje

In het kader van een nalevingsmeting heeft de NVWA in 2018 132 inspecties uitgevoerd op de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen. Hiervan zijn 80 (60 procent) van de inspecties uitgevoerd in de doelgroepen akkerbouw, bloembollen en fruitteelt. Daarbij werden 34 ‘rapporten van bevindingen’ opgemaakt en 10 waarschuwingen gegeven. Circa 23 (70 procent) van de 34 rapporten van bevindingen hadden betrekking op het niet hanteren van driftbeperkende maatregelen conform het Activiteitenbesluit milieubeheer en/of de voorschriften van de gebruikte GBM. De 11 overige rapporten van bevindingen werden opgemaakt voor het gebruik van een niet toegelaten GBM, het niet beschikken over een spuitlicentie of het verbod op het professioneel gebruik van een GBM buiten de landbouw.

Bloembollentelers

Volgens de NVWA houden telers van bloembollen zich een stuk beter aan de regels voor het gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen. Dat blijkt uit een nalevingsmeting van de NVWA. In 2014 hield slechts 55 procent van de bloembollentelers zich aan de regels. In 2018 steeg de naleving tot 89 procent. De NVWA heeft bij circa 300 bloembollentelers inspecties uitgevoerd om te kijken of telers zich hielden aan de regels voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De verbetering in naleving is vooral zichtbaar in het gebruik van in de teelt niet toegelaten onkruidbestrijdingsmiddelen. In 2014 was dit aspect goed voor 76 procent van de opgemaakte boeterapporten. In 2018 daalde dit tot 42 procent. Ondanks deze daling werden de meeste overtredingen nog steeds geconstateerd op het gebied van onkruidbestrijding. Volgens de NVWA blijkt uit haar inspecties dat formaldehyde nog steeds wordt toegepast in de bloembollen. Dit middel is sinds 2013 niet meer toegelaten als gewasbeschermingsmiddel. De sector heeft inspanningen geleverd om tot alternatieven voor het gebruik van formaldehyde te komen.

Meldingen

Bij de NVWA kwamen 191 meldingen binnen over mogelijk onzorgvuldig gebruik van GBM. Deze meldingen resulteerde in 83 fysieke inspecties. Zo werden 43 meldingen gedaan over parallelle import. Er kwamen 25 meldingen van omwonende binnen over onzorgvuldig gebruik van of schade door GBM. Bij inspecties op basis van deze meldingen constateerde de NVWA echter geen overtredingen. Bij 7 van de 9 meldingen is onderzocht of bijensterfte verband hield met het mogelijk onjuist gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. In alle gevallen bleek de bijensterfte niet het gevolg het gebruik van GBM.

Aanbod via internet

In 2018 liet de NVWA maar liefst 170 advertenties van het internet verwijderen omdat daarin GBM’s werden aangeboden door particulieren en webwinkels. Via internet worden steeds meer gewasbeschermingsmiddelen aangeboden. Terwijl volgens de Wet gewasbescherming en biociden (WGB) en aanverwante wet- en regelgeving alleen in Nederland toegelaten GBM verkocht mogen worden. Aan particulieren mogen alleen middelen worden verkocht die toegelaten zijn voor niet-professioneel gebruik. Daar treedt de NVWA tegen op.

Kleine toepassingen

Bij het Fonds Kleine Toepassingen zijn in 2018 23 aanvragen ingediend en behandeld. Van 19 aanvragen is een financiering toegekend van de aanvraag- en beoordelingskosten en van drie ook het residueonderzoek, twee aanvragen zijn aangehouden, één is afgewezen en één aanvraag is teruggetrokken. Een kleine toepassing is een gewasbeschermingsmiddel of biologische bestrijder die voor de gewasbeschermingsmiddelenindustrie commercieel niet interessant is, omdat de kosten van de toelatingsprocedure zich niet verhouden tot de terugverdienmogelijkheden. Dit vanwege het beperkte gebruik in een grote teelt of vanwege het geringe areaal van een kleine teelt. Jaarlijks is hiervoor 400.000 euro beschikbaar.