‘Veldboon sluit aan op landbouwtrends, nu nog saldo verhogen’

De teelt van veldbonen is moeilijker en lager beloond voor de akkerbouwer dan die van graan of graszaad, zegt Francke. Het inpassen in het bouwplan is door gevoeligheid voor een paar ziektes lastiger en daar wil de teler volgens de CZAV-man een passende beloning bij hebben. „De teelt sluit wel heel goed aan bij een paar landbouwtrends van dit moment. Het gebied krijgt meer biodiversiteit. De veldbonen en erwten zijn goed voor de bijenstand. Het past bij de kringloopgedachte om stikstofbindende peulvruchten te telen en bij korte ketens om de producten te leveren aan consumenten en veehouders die eiwit van dichtbij willen betrekken.”
Francke kijkt terug in de geschiedenis en zegt dat vroeger de teelt van peulvruchten bij het zuidwesten hoorde. Akkerbouwers hadden bonen in het bouwplan en ze leverden zaad voor de eiwitteelt in Frankrijk. Na de handelsafspraken met Amerika over de import van eiwitgewassen, vooral soja, van overzee, kon de Nederlandse teelt de concurrentie niet aan met de import. Veredeling en verwerking kwamen stil te liggen en zullen bij herintroductie een inhaalslag moeten maken.
Kwaliteit
„Voor de verwerking tot vegetarische burgers of combinaties van vlees met plantaardige eiwitten is een goede kwaliteit eiwit nodig”, zegt Francke. Binnen het nu gestarte project zal dus veel geïnvesteerd moeten worden in de juiste samenstelling, oogst, schoning, bewaring en grondstofwinning uit de bonen, zegt de CZAV-man. Veredelaars van Limagrain zullen aan de eiwitsamenstelling van de bonen werken.
„Veldbonen leveren in Nederland het meeste eiwit per hectare. Helemaal zonder gewasbescherming en mest kunnen ze niet, maar de teelt kan met relatief weinig toe. Daar sluiten we aan op maatschappelijke wensen.”
Teelt
Akkerbouwers kunnen volgens Francke de veldboon goed inpassen in hun bouwplan. De gewone veldboon zaaien de telers in maart en april. Ze zijn tijdig rijp en kunnen ongeveer tegelijk met het graan binnengehaald worden. Daardoor is er tijd voor grondbewerking, groenbemesters en zaai van wintergewassen na de bonen. De wintervariant opent mogelijk nog meer deuren, denkt Francke. De zaai valt in oktober en geeft de teler meer spreiding in de werkzaamheden en de productie ligt hoger.
Voor veehouders kan de veldboon ook een goed gewas zijn. Als eiwitbron vullen de bonen gras en maïs goed aan. CZAV deed al de nodige ervaring op met soja in Nederland. Die is pas laat oogstbaar en daarom een groter risico voor de teler. Als eigen krachtvoer ziet Francke daarom kansen voor de veldboon.
De gevoeligheid van veldbonen en erwten voor de schimmelziektes rhizoctonia en verticillium beperken de teelt in intensiteit. CZAV zoekt naar meer teelten die de akkerbouw diverser maken. Francke zegt dat oplossingen liggen in andere gewassen en andere teeltadviezen. Hij noemt als voorbeeld strokenteelt als methode om de landbouw diverser en minder gevoelig voor ziektes te maken. De gangbare landbouw heeft daar een belangrijke rol in, zegt hij.
Vaste plaats
De cichoreiteelt bewijst dat een gewas een vaste plaats kan krijgen in de Nederlandse akkerbouw, verwerking en export, zegt Francke. In de 25 jaar dat telers daar mee bezig zijn heeft dit gewas een plaats verworven in Nederland. Francke denkt dat dit ook met veldbonen en erwten kan. Andere projecten richten zich op andere gewassen en teeltmethodes. Een nieuwkomer als sorghum ziet Francke ook als een ontwikkelend gewas. „Die kan een plek naast maïs krijgen bij veehouders en als groenbemester belangrijker worden.”

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes