NAV: ‘LNV neem aanbevelingen taskforce Verdienvermogen Kringlooplandbouw direct over’

In de ogen van de NAV heeft de taskforce ‘Verdienvermogen Kringlooplandbouw’ een duidelijk en afgewogen en soms confronterend rapport opgeleverd over het (gebrek aan) verdienvermogen in de transitie naar kringlooplandbouw. Volgens de NAV is de titel van het rapport veelzeggend: ‘Goed boeren kunnen boeren niet alleen’, daar zijn inspanningen en hervormingen van de hele keten inclusief de consument voor nodig.’ Wat volgens de NAV vooral uit het rapport blijkt, is dat alle sectoren, alle schakels in de keten, alle aanbevelingen in samenhang nodig zijn om de transitie naar een kringlooplandbouw te bewerkstelligen.
Transitiefonds
Het stoort de NAV dat minister Schouten zegt wel met haar EU-partners te willen praten over de GLB gelden maar (nog) niet wil kijken naar een transitiefonds en een heffing op minder duurzame (buitenlandse) producten. „Juist de taskforce wijst op de noodzaak van onmiddellijke inwerkingstelling van een transitiefonds en de noodzaak van een nationaal en internationaal gelijk speelveld”, aldus de NAV in een reactie. Ze dringt bij de LNV minister er op aan om álle maatregelen uit de aanbevelingen direct te implementeren. Volgens de NAV is het echt te naïef en te optimistisch om te denken dat retailers en consumenten zomaar hogere prijzen gaan betalen voor een kringlooplandbouwproduct als daarnaast hetzelfde product (uit binnen- of buitenland), geteeld onder niet- kringloop condities, voor een lagere prijs beschikbaar is.
Realiteitszin
De taskforce geeft blijk van realiteitszin en heeft oog voor de boeren. Volgens de NAV geeft ze duidelijk aan dat de consument niet vrijwillig meer gaat betalen voor een duurzamer geteeld Nederlands product. De beloning daarvoor zal dus ergens anders vandaan moeten komen. Meer en strengere eisen opleggen aan Nederlandse boeren gaat niet werken. Het zal juist funest zijn voor de omslag naar kringlooplandbouw. Verder constateert de taskforce, volgens de NAV, terecht dat de huidige wet- en regelgeving de omslag naar kringlooplandbouw belemmert. Binnen de EU zal sprake moeten zijn van een gelijk speelveld. De NAV vindt dat hiervan ook sprake moet zijn met partners buiten de EU. De interne markt en handelsverhandelsverdragendagen maken een gelijk speelveld onmogelijk. Momenteel mogen hier producten worden verkocht, ook al voldoen ze niet aan onze hog eisen. Volgens de NAV is het wegstemmen van de CETA en Mercosur een eerste aanzet om te komen tot een meer gelijkwaardig speelveld.
Zwakke positie in keten
Een ander probleem waar de taskforce de vinger oplegt is de slechte financiële positie van agrarische bedrijven en hun zwakke positie in de keten. De taskforce zegt een transitiefonds voor boeren te willen opzetten om hen financieel te steunen. Volgens de NAV heeft dat pas zin als eerst sprake is van een gelijk speelveld.
Lange termijn beleid overheid
Voor de transitie en het doen van kringlooplandbouw gerichte investeringen stelt de taskforce dat de overheid een consistent, lange termijn beleid moet hanteren. Ook heeft de taskforce gekeken naar het aspect ‘export’ en ze is positief over hoe deze bijdraagt aan de volledige verwaarding van landbouwproducten. De NAV ervaart dit als een verademing na recente uitlatingen o.a. in het stikstofdebat dat ‘het in Nederland wel veel minder kan omdat we toch alleen maar voor de export produceren’.
Dashboard
De taskforce wil een dashboard opzetten waarin de prestaties kunnen worden gevolgd. Daarbij stelt de taskforce dat daarbij moet worden gewerkt met goed onderbouwde, onomstreden indicatoren en dat zaken moeten worden gemeten en niet berekend. Met een sturing d.m.v. GLB gelden én een transitiefonds én heffingen op minder duurzame producten (óók importproducten) denkt de taskforce een gestage transitie bereiken. De NAV denkt dat alleen de GLB gelden hiervoor ontoereikend zullen zijn. Ze is het eens met het oprichten van een transitiefonds. Wie niet mee transformeert zal afvallen, de voorlopers zullen steeds een hogere standaard zetten. Zolang dat inderdaad binnen een gelijk internationaal speelveld gebeurt en het risico over de hele economie wordt verdeeld, is dat volgens de NAV een acceptabele constatering.