Column: Paul Krol: Goede structuur na droog jaar
„Het was wederom een droog jaar, maar niet zo erg als vorig jaar. We zitten nog in de aardappeloogst. Daarbij hebben we soms wat last van de nattigheid. Dankzij een rooimachine op rupsen kunnen we wel doorwerken.
Zo onder het rooien zie je duidelijk verschillen tussen de percelen die we wel en niet hebben beregend. Het is droog geweest en ook heel warm. De hittegolven hebben de nagroei gestopt. De prijzen voor aardappelen waren eerst minimaal. Dat komt vast doordat er meer aardappelen gepoot zijn in 2019, ik meen iets van 8 procent. Maar ik denk dat op veel bedrijven en ook in België de opbrengsten wat tegenvallen. Daarom zal er wat op de prijs komen.
Ik gebruikte de ruimte na de vroege aardappelen en de vroege uien die ik zaaide in februari voor de vergroening. Na de aardappelen zaai ik meestal bladrammenas en soms gele mosterd. Die staan er nu mooi op. Door de droogte is er weinig structuurschade en daarom zal de opkomst wel zo mooi zijn. De groenbemesters kregen op tijd een buitje om ze te laten kiemen.
Vanggewas
In de maïs moeten we vanaf dit jaar een vanggewas onderzaaien. We gebruikten rietzwenkgras daarvoor. Die meteen gezaaid is, ontwikkelde zich voldoende. Van wat we zaaiden toen de maïs 30 tot 40 centimeter hoog was, is veel minder opgekomen.
Voor het inwerken van de groenbemesters, straks als ze lang genoeg gestaan hebben, hebben we een 6,25 meter brede schijveneg gekocht. Daarmee is het gemakkelijk zwart te krijgen. Als de winter niet streng genoeg is om de groenbemester kapot te vriezen en we moeten glyfosaat missen, is de schijveneg met een aandrukrol een goede combinatie.”
In de Akkerwijzer van oktober vertelt Paul Krol meer over de teelt van groenbemesters op het Brabantse aardappelbedrijf.
Tekst: Paul Krol
Beeld: Susan Rexwinkel