PCA: Verbod chloorprofam heeft grote impact op hele aardappelketen
Het verbod op CIPC vanaf komend jaar geldt in alle lidstaten van de Europese Unie (EU). Het is het gevolg van een rapport van EFSA (d.i. de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid) dat werd opgemaakt in het kader van de herevaluatie van chloorprofam. EFSA heeft geconcludeerd dat er een risico bestaat voor de gezondheid van de consument bij blootstelling aan chloorprofam en de metaboliet 3-chlooraniline. Concreet betekent dit dat gebruik van CIPC als kiemremmer in aardappelen in België nog is toegelaten is tot 30 juni 2020 en in Nederland is dat 8 oktober 2020. Het verbod op CIPC plaatst de sector, volgens PCA, voor een grote uitdaging. Er zijn dan wel alternatieven, maar er is nog weinig ervaring in het gebruik ervan. De invloed van aspecten als ras en rooiomstandigheden op het effect van de andere kiemremmers is tot nu toe maar beperkt gedocumenteerd. PCA en Inagro hebben, met de financiële steun van Belgapom en Flanders’ Food, onderzoek verricht naar alternatieve kiemremming. PCA is het Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt. Het is een onafhankelijk instituut voor praktijkonderzoek en voorlichting in de aardappelteelt. Het PCA biedt tal van diensten en adviezen aan telers en andere actoren uit de aardappelsector.
Jarenlange aanwezigheid in schuren
Een groot probleem blijft, volgens PCA, het feit dat chloorprofam nog jarenlang aanwezig kan zijn in de bewaarloodsen, zelfs na een grondige reiniging. Die resten kunnen terecht komen in producten die nadien in die loodsen bewaard worden (aardappelen, graan, uien). Daarom vraagt de sector, volgens PCA, om een tijdelijke MRL (= maximale residulimiet) of t-MRL toe te laten. Deze t-MRL moet laag genoeg zijn om te verhinderen dat CIPC toch nog gebruikt kan worden, maar hoog genoeg om gedwongen vernietiging van product dat gecontamineerd werd met CIPC te voorkomen. De t-MRL is nog niet vastgelegd, bovendien is het onbekend hoe lang deze t-MRL van kracht zal zijn. De verwachting is dat de t-MRL voorjaar 2020 zal worden bepaald, evenals de termijn waarin deze zal gelden. Naar verwachting zou dat 2 à 5 jaar zijn. Bekend is dat CIPC tot (ruim) 15 jaar na de laatste toediening vanuit de beton van de bewaarloods kan vrijkomen. Een t-MRL lost, volgens PCA, dus niet alle problemen op. Het geeft de sector wat meer tijd om een oplossing te vinden voor de in het beton, het rubber van de transportbanden en het hout opgeslagen CIPC.
En nu ?
Er is geen enkele beperking op het gebruik van CIPC in het bewaarseizoen 2019-2020. CIPC kan dus net als de voorgaande jaren nog steeds gebruikt worden. Wie evenwel over een nieuwe loods beschikt waarin nog nooit CIPC gebruikt werd, krijgt het advies om dit jaar geen CIPC. Een reinigingsprotocol om CIPC met zekerheid uit muren en materialen te halen, is er vooralsnog niet. In Europees verband wordt naarstig gezocht om hier een oplossing voor te vinden. Een eenvoudige reiniging (borstel, stofzuiger, hoge drukreiniger) is volgens PCA onvoldoende om CIPC residu te verwijderen. Het is wel een eerste voorwaarde om diepgaander te kunnen reinigen.
Alternatieven
In het verleden werd MH in België bijna uitsluitend ingezet om doorwas te voorkomen, voornamelijk in Bintje, maar in 2018 ook in andere rassen (o.a. Fontane). In Nederland wordt MH al langer gebruikt omwille van zijn bijdrage tot de kiemrust. Voor een goede opname van MH door de plant moeten de omstandigheden bij de toepassing optimaal zijn. Dat betekent dat het gewas in goede conditie moet zijn (geen stress, geen afrijping), dat de temperatuur niet te hoog mag zijn en dat er binnen de 12 uur na behandeling geen regen mag vallen. MH wordt getransporteerd doorheen de plant van het blad naar de knollen. Dit transport duurt 2 à 3 weken. In de knollen verhindert MH de celdeling. Dit zorgt ervoor dat kleine knollen niet kunnen uitgroeien. Bij knollen groter dan 25 mm zijn alle cellen al gevormd. Deze knollen kunnen verder groeien omdat de aangemaakte cellen groter worden. Om netto opbrengstverlies te vermijden is de aanbeveling om te wachten met behandeling tot 80 procent van de primaire knollen minstens 35 mm groot zijn. MH is de enige oplossing voor bewaring in loodsen die absoluut niet geschikt (te maken) zijn voor verneveling van de overige kiemremmers. In gevallen waar één van de overige kiemremmers ingezet wordt, kan, volgens PCA, MH een bijdrage leveren tot het verlengen van de kiemrust en bijgevolg de hoeveelheid in te zetten product beperken.
Muntolie (Biox-M)
Muntolie is als kiemremmer ook erkend in het biologische lastenboek. Het is een product dat warm of koud kan verneveld worden. Muntolie verbrandt de kiemen. Bij voorkeur wordt het middel preventief ingezet of ten laatste wanneer de knollen wit gepunt zijn. In dat geval stopt het de synthese van groeihormonen en voorkomt het de vorming van nieuwe cellen. Wanneer het middel te laat ingezet wordt, moet de dosis aangepast worden aan de lengte van de kiemen. Bij behandeling met Biox-M komt, aldus PCA, een intense muntgeur vrij. Smaakonderzoek bracht geen smaakafwijking aan het licht bij aardappelen na koken. Uit voorzorg wordt evenwel aangeraden om na de toepassing 12 dagen te wachten en/of de aardappelen voldoende te verluchten alvorens af te leveren, zowel voor verwerking als voor de versmarkt. Er wordt aangeraden om te starten met een eerste behandeling van 60 à 90 ml/ton en vanaf een tweede toepassing met 30 ml/ton. In totaal mag er 390 ml/ton gebruikt worden.
1,4-dimethylnaftaleen – 1,4 DMN (1,4 Sight)
Ook 1,4 DMN moet verneveld worden, onderstreept PCA. Het middel houdt de aardappelen in kiemrust. Het is dan ook van belang om het middel toe te passen van zodra de aardappelen droog en geheeld zijn. Bij dunschillige rassen bestemd voor de versmarkt is bijzondere aandacht vereist bij de omstandigheden van behandeling. Belangrijk is om vooral niet te lang te wachten bij de eerste of volgende toediening: op die manier kan de totale dosis 1,4 Sight doorheen het bewaarseizoen beperkt blijven. 1,4 Sight heeft een wachttijd van 30 dagen. De MRL bij aardappelen bedraagt 15 ppm. De aangeraden dosering voor een eerste behandeling is 20 ml/ton. Dosissen bij vervolgtoepassingen kunnen eventueel verlaagd worden tot 10 à 15 ml/ton in functie van de kiemlust van de knollen en eventuele toepassing van MH tijdens de veldfase.
Ethyleen
Ethyleen is een gas en wordt gemaakt vanuit ethanol met behulp van een Restrain-generator. Met behulp van een sensor stopt de generator de aanmaak van ethyleen wanneer een voldoende hoge concentratie in de ruimte gemeten wordt. De productie wordt terug opgestart wanneer de concentratie te laag wordt. Ethyleengas weegt ongeveer evenveel als lucht en verspreidt zich gelijkmatig doorheen de ruimte, ongeacht of er in kisten of in bulk bewaard wordt. Ethyleen stopt de celstrekking. De toepassing van ethyleen vraagt om een loods die luchtdicht is, zo niet “lekt” het gas weg en kan de vereiste concentratie niet bereikt worden. Bij bepaalde rassen (bv. Bintje, Innovator, Markies) heeft Restrain een negatieve invloed op de bakkleur. De bakkleur van Fontane wijzigt slechts beperkt onder invloed van Restrain.
Kostprijs
Volgens PCA mag het duidelijk zijn dat kiemremming zonder CIPC duurder zal uitvallen dan een schema gebaseerd op CIPC-toepassing. Hoeveel duurder is nog moeilijk te zeggen. De hogere kosten hangen af van de gekozen kiemremstrategie (product, met of zonder MH) en de kiemlust van de aardappelen (invloed van groeiseizoen en rooiomstandigheden). De nieuwe middelen kennen ook een andere toepassingswijze. Bij de meerprijs dient ook rekening te worden gehouden met de huur van de apparatuur en/of loonwerk, Feit is dat de kosten voor een (half)lange bewaring veel hoger zullen uitvallen. PCA verwacht dat dit meegenomen zal worden in de contractprijzen voor bewaarseizoen 2019/2020.
In oude loods
Voor de meeste recent gebouwde bewaarloodsen betekent een toepassing met de nieuwe kiemremmers geen enkel probleem. Oudere loodsen zijn vaak echter veel minder luchtdicht of hebben geen ventilatiesysteem. Telers met een oudere loods kunnen, volgens PCA, tijdens de veldfase MH inzetten. Daarmee kan een korte of halflange bewaring gerealiseerd worden, afhankelijk van het ras, de teelt- en rooiomstandigheden, de temperatuurbeheersing in de loods. Wie in een oude loods toch voor een langere bewaring wil gaan, doet er goed aan om alle openingen en kieren zo goed mogelijk af te dichten. Zo niet, kan een goede werking van de middelen niet gegarandeerd worden. Volgens PCA speelt ook de vullingsgraad een rol. Hoe minder lege ruimte (ten opzichte van het volume aardappelen), hoe beter het resultaat. Nieuwe loodsen worden daarom beter opgedeeld in aparte cellen.
Thuisverkoop
Voor wie niet beschikt over een bewaarloods en aan thuisverkoop doet, is het verdwijnen van CIPC misschien nog wel het meest drastisch. Het poederen of vloeibaar behandelen van de aardappelen is vanaf volgend seizoen voorgoed voorbij. Het gebruik van MH tijdens de veldfase is ook hier een oplossing om een korte of halflange bewaring te realiseren. Ook de keuze voor een kiemrustig ras kan een halflange bewaring mogelijk maken. Wie echt jaarrond thuisverkoop wil realiseren, moet de bouw van een bewaarloods/koelruimte overwegen. Een alternatief is mogelijk een bewaring in kisten bij een teler met een moderne bewaarloods.