Aardappelexporteurs vrezen grote problemen door Chloorprofam verbod
Per 1 oktober 2020 mag Chloorprofam niet meer in de EU worden gebruikt. Voor aardappelen in een bewaring zijn enkele alternatieven beschikbaar. Echter voor aardappelen die in de container op transport gaan zijn deze alternatieven er niet. Exporteurs behandelen aardappelen die naar verre bestemmingen gaan sinds jaar en dag met vloeibare Chloor IPC, waardoor deze hun kiemremmende werking blijven houden. De behandeling moet na het wegvallen van Chloorprofam met alternatieve middelen om de 4 tot 6 weken plaatsvinden. Pas 48 uur na een behandeling kan worden geventileerd. Dit is in containers die worden verscheept niet mogelijk. Op Uiennieuws stelt Paarlberg dat er geen containerrederij is die 48 uur na een behandeling de ventilatieluiken gaat open zetten. Bovendien is dat 'gassen' niet mogelijk indien er eventuele bijproducten in die containers worden verscheept.
Lobby LNV
Paarlberg zegt op Uiennieuws.nl te verwachten dat, als er geen verandering in het verbod komt, de aardappelsector volgend jaar rond deze tijd met een groot probleem kampt en de aardappelexport in gevaar komt. Om het verbod alsnog ongedaan te krijgen vestigt Paarlberg zijn hoop op een stevige lobby vanuit het ministerie van LNV.
Proeven
Volgens Paarlberg zijn er al wat initiatieven genomen in samenwerking met de NAO, zoals het opzetten van een project met Wageningen UR om door middel van proeven aan te tonen dat Chloorprofam bij de overzeese export geen enkel alternatief heeft. Het wrange is namelijk dat het verbod puur voor Europa geldt. Buiten de EU is niemand geïnteresseerd in een Cloorprofam-verbod. In andere werelddelen mag het middel, aldus Paarlberg, gewoon worden gebruikt bij gebrek aan een goed alternatief.