Fotoserie: Lelies rooien in Creil
De voornaamste zorg van de bollenteler was het vernatten van zijn lelies. „We hebben de hele zomer kunnen beregenen tegen de droogte en nu heeft het hier de afgelopen maand 150 mm geregend. Het was even afwachten of het niet te nat zou zijn, maar het gaat wonderwel goed.”
Hoe de bollen de grond uit komen is lastig te voorspellen. Vorig jaar en dit jaar lijkt de droogte geen rol te spelen in de opbrengst van de leliebollen. „Kwekers zitten er wat betreft beregenen bovenop. Dat gebeurt ieder jaar dus ook de afgelopen twee.” Dat zeg Hans Kok, adviseur Delphy die zelf ook bollenteler is. Kok begint volgende week zelf ook met rooien en heeft nog geen proef gedaan, dus hoe de bollen de grond uitkomen, is nog afwachten.
Prijzen
Wat wel vaststaat, is dat de marktprijzen te wensen overlaten. De prijzen zijn constant aan de lage kant. Volgens Kok komt dit door het grote aanbod dat er is aan lelies. „Er is teveel areaal. De lelieteelt moet eigenlijk als sector krimpen. Iedereen weet dat, maar niemand doet dat. De enige oplossing om de bolprijzen omhoog te krijgen, is eigenlijk koude sanering; failliet gaan. Dan wordt het aanbod kleiner.” Ook de bollenteler uit Creil Wuestenenk beaamt dat de lelieprijzen sterk wisselend. Om niet te zeggen slecht. Dat Wuestenenk een „vrij bijzonder ras” teelt (Litouwers), onderscheidt hem van de massa. „Dat pakt voor ons nu goed uit.”
Uitdagingen
Volgens Kok staat de lelieteelt voor een aantal grote uitdagingen. Zo is het wegvallen van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen en het korten van de maximale hoeveelheid die je mag gebruiken van middelen een aderlating. „Eerst mochten we nog 12 liter Alister gebruiken. Toen werd dat 6 liter en nu mag dat nog maar 3 liter zijn. De gewasbeschermingsmiddelen vallen weg maar de ziektes blijven. Er zijn steeds minder middelen om onkruid te bestrijden en schimmels, virussen, ziekten en zeer tegen te gaan. Terwijl de kwaliteit van de lelies goed moet blijven.” Volgens de adviseur is „een beetje geld” verdienen in de bollenteelt een uitdaging op zich.
Kok zegt dan ook dat bollentelers kunnen overwegen om andere planten en gewassen te telen ter compensatie van de magere bollenprijzen en het wegvallen van gewasbeschermingsmiddelen. De Delphy-adviseur zegt vervolgens echter niet welke gewassen het overwegen waard zijn om op te nemen in het teeltplan. „Er zullen genoeg bollentelers zijn die zich herkennen in dit verhaal. En om die allemaal op hetzelfde idee te helpen, kan een weer overschot van die gewassen zorgen. Maar alternatieven genoeg.”
Tekst: Seb van Dijk
Seb is sinds 2018 redacteur van de Agrio-redactie Politiek en Beleid. In 2017 studeerde Seb af als zowel communicatiedeskundige als journalist aan Hogeschool Windesheim te Zwolle. Deze twee expertises zet hij dagelijks in bij het schrijven van artikelen, diverse coördinerende werkzaamheden en het ontwikkelen van nieuwe media.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Eigen verslaggeving