Schouten: ‘Onduidelijkheid relatie gewasbeschermingsmiddelen en ziekte van Parkinson’

Over het mogelijke gevaar voor het ontstaan van aandoeningen bij het gebruik van bepaalde middelen verwijst LNV minister Schouten in haar antwoord op vragen van Moorlag en Van Dijk naar Brussel. De Europees geharmoniseerde toelatingsprocedure voorziet in een getrapte benadering voor het aspect ‘toxiciteit voor mensen’. Blijkt tijdens de beoordeling dat er aanwijzingen zijn voor mogelijke motorische en neurologische aandoeningen, dan dient de aanvrager aanvullende specifieke studies uit te voeren gericht op neurotoxische effecten. De ziekte van Parkinson is daarbij één van de mogelijke motorische en neurologische aandoeningen.
Goedkeuringsprocedure verbeteren
Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), de European Food Safety Authority (EFSA) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) bevelen aan om deze Europese goedkeuringsprocedure te verbeteren in relatie tot mogelijke motorische en neurologische aandoeningen, waarvan de ziekte van Parkinson er een is. De minister zegt deze aanbeveling te ondersteunen en dringt daarom bij de Europese Commissie erop aan dit aspect voortvarend op te pakken.
Mancozeb
In haar antwoorden stelt minister Schouten dat op dit moment niet duidelijk is of Europees goedgekeurde werkzame stoffen in verband kunnen worden gebracht met de ziekte van Parkinson. Voor de werkzame stof mancozeb, die in de uitzending van Zembla expliciet werd genoemd, zijn volgens de minister epidemiologische studies beschikbaar met verschillende uitkomsten. Sommige signaleren wel een verband en ander signaleren géén verband met de ziekte van Parkinson. In het SCoPAFF overleg van 21 en 22 oktober heeft Nederland tegen een tijdelijke verlenging van de werkzame stof mancozeb gestemd. Ondanks deze Nederlandse tegenstem is besloten de goedkeuring van mancozeb met een jaar te verlengen. De Europese Commissie heeft Schouten wel toegezegd de besluitvorming over de herbeoordeling van de werkzame stof mancozeb zo spoedig mogelijk af te ronden.
Inspecties
De Tweede Kamerleden Willem Moorlag en Gijs van Dijk stelden ook vragen over de inspecties met betrekking tot het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Hierop antwoordt de minster dat in de afgelopen vijf jaar geen bedrijven zijn beboet vanwege overtredingen op het vlak van het bieden van een veilige situatie voor het werken met dergelijke middelen. Wel voerde het RIVM in 2018 precies 132 inspecties uit tijdens de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen. Hierbij werden 34 overtredingen vastgesteld, die hebben geleid tot een boete. Het merendeel van deze overtredingen betrof het niet voldoen aan de regels die gelden voor het reduceren van de verwaaiing van gewasbeschermingsmiddelen.
Omwonenden bloembollenvelden
Van 2016 tot en met 2018 heeft een consortium van wetenschappelijke instituten, onder coördinatie van het RIVM, intensief praktijkonderzoek gedaan bij omwonenden van de bloembollenteelt. Dit om de mate van blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen van nabije velden vast te stellen. Geconstateerd werd dat omwonenden via de lucht en huisstof aan deze middelen worden blootgesteld. Op basis van de beschikbaar gekomen resultaten zijn, volgens de minister, geen onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid van omwonenden naar voren gekomen. Schouten heeft de Gezondheidsraad nu gevraagd te adviseren in hoeverre blootstelling van omwonenden leidt tot gezondheidsrisico’s. En ook of de huidige toelatingsbeoordeling voldoende beschermend is voor omwonenden en of er voldoende rekening wordt gehouden met de afstand tot objecten voor bewoning. Schouten verwacht het advies van de Gezondheidsraad in de zomer van 2020 te ontvangen.