Grote driftkans bij temperatuurinversie

Als zich aan het oppervlak koude lucht bevindt die niet op kan stijgen en zich daardoor ook niet kan mengen met de warmere bovenlucht, is er sprake van een temperatuurinversie. Zo’n temperatuurinversie kan al uren voor zonsondergang inzetten en aanhouden tot ruim na zonsopgang. Het is vaak zichtbaar met laaghangende nevel. Bovendien zijn geuren en geluiden over grotere afstanden waar te nemen.
Spuitdruppels
Tijdens zo’n temperatuurinversie is de lucht op spuitboomhoogte kouder dan enkele meters boven het maaiveld. In zo’n koude, stabiele luchtlaag blijven de kleinste spuitdruppels dan lang zweven. In deze dichte luchtlaag kunnen ze wegdrijven naar gevoelige gewassen en naar mensen en dieren in de verre omtrek.
Drift
Alle gewasbeschermingsmiddelen zijn gevoelig voor drift tijdens een temperatuurinversie. De kans op spuitschade hangt echter af van de grootte van de spuitdruppels en de schadedrempel van de werkzame stof. Hulpstoffen en anti-driftdoppen kunnen de vorming van kleine druppels beperken, maar niet voorkomen.
Vervluchtigen
Wegdrijvende druppels zijn niet het enige gevaar, zo blijkt uit Amerikaans onderzoek waarover het magazine Adjuvants & Formulations schrijft volgens de Nederlandse uitgever Surfaplus. Zo kan ook de vervluchtiging van werkzame stoffen tot spuitschade leiden. Zo kan bijvoorbeeld de onkruidbestrijder dicamba dagenlang, na een bespuiting vanaf de grond en het onkruid, nog steeds vervluchtigen. Volgt binnen enkele dagen na een bespuiting een temperatuurinversie, dan is er in een straal van enkele kilometers rondom het bespoten perceel kans op spuitschade in gevoelige gewassen. Het gevaar van het spuiten van vluchtige middelen zoals 2,4-D of dicamba voorafgaand aan een temperatuurinversie is volgens echter nog nauwelijks bekend. Volgens Surfaplus wijzen labels en wettelijke gebruiksvoorschriften van middelen met deze werkzame stoffen niet op de verhoogde kans op spuitdrift door een temperatuurinversie.