Pootgoedfraude: Schouten ziet nog geen aanleiding voor uitbreiding bevoegdheden NAK

In de Zaaizaad-en Plantgoedwet 2005 en Landbouwkwaliteitswet is nu geen mogelijkheid opgenomen om overtredingen met een bestuurlijke boete af te doen. Schouten wil hier naar kijken. Het streven is dat deze evaluatie uiterlijk in 2021 is afgerond. „De resultaten van deze evaluatie kunnen aanleiding geven om de introductie van het systeem van bestuurlijke boetes te overwegen.” Vooralsnog ziet de minister geen aanleiding om het wetsvoorstel Plantgezondheidswet, waarin is vastgelegd dat alleen de minister een bestuurlijke boete kan opleggen, te wijzigen.
Schouten reageert met deze brief op vragen van de Kamerleden Geurts en Von Martels (beiden CDA), Lodders (VVD) en Bisschop (SGP) over de fraude met pootgoed die eerder dit jaar aan het licht kwam: Zij vermoeden dat de NVWA in deze fraudezaak te laat in actie is gekomen en daardoor het imago van de Nederlandse pootgoedsector heeft geschaad. In antwoord op eerdere Kamervragen stelde minister Schouten dat de NVWA voldoende actie had ondernomen, maar de Tweede Kamer nam daar geen genoegen mee. CDA, VVD en SGP stelden daarom nieuwe vragen om meer duidelijkheid te krijgen in deze zaak.
Spanningsveld
De onduidelijkheid tussen de NVWA en NAK is volgens Schouten ontstaan doordat beide organisaties vanuit hun eigen expertise en mandaat aan deze zaak werkten. „Hierdoor is er een spanningsveld op het scheidsvlak handhaven en het onderzoek ter voorbereiding op een eventuele strafzaak.” Volgens de minister is dit verklaarbaar „door het unieke karakter van deze zaak: de omvang ervan, de leveringen over de landsgrens heen, het gebruik van valse NAK-labels en de signalering midden in het pootseizoen.” De NVWA gaat met de NAK in gesprek om een heldere instructie op te zetten voor de samenwerking op het grensvlak van toezicht en opsporing.
De minister blijft bij haar standpunt dat de NVWA juist heeft gehandeld in deze fraudezaak. „De NVWA heeft binnen haar mogelijkheden en bevoegdheden volgens de regels opgetreden.” Niet alleen loopt er een strafrechtelijk (voor)onderzoek, maar er zijn ook maatregelen genomen om de fytosanitaire risico’s af te dekken, zoals een gecontroleerde uitgroei van het gewas, met inspecties, monstername en toetsing van monsters. „Het onderzoek in het veld en in het laboratorium heeft ondertussen plaatsgevonden en heeft geen afwijkingen aan het licht gebracht. De gevolgde werkwijze is in lijn met de historie, waarbij in vergelijkbare situaties (pootgoed zonder bewijs van goedkeuring) vernietiging van het gewas als disproportioneel werd gezien.”
Zaaizaad- en Plantgoedwet
De NAK heeft op basis van de Zaaizaad- en Plantgoedwet meerdere bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten, schrijft Schouten: De bevoegdheid tot het schorsen, intrekken dan wel doorhalen van een erkenning of registratie van leveranciers, de bevoegdheid om ondeugdelijk teeltmateriaal uit de handel te nemen, op te slaan of te vernietigen of op kosten van de overtreder dergelijke maatregelen te treffen en als derde de (gemandateerde) bevoegdheid tot het toepassen van de herstelsancties last onder bestuursdwang en last onder dwangsom. Naast deze bestuursrechtelijke handhaving is er nog de mogelijkheid van strafrechtelijke handhaving. „Hierin is de rol van de NAK beperkt tot het aan de NVWA melden van de geconstateerde overtreding.” Een voorbeeld hiervan is de constatering dat in strijd met de wettelijke regels teeltmateriaal in de handel is gebracht, terwijl het niet meer mogelijk is de overtreding ongedaan te maken (herstelsancties) of de schade als gevolg hiervan te beperken.
Fraude met vervalste NAK-certificaten
In april kwam aan het licht dat er grootschalige fraude was gepleegd met Nederlands pootgoed dat was voorzien van vervalste NAK-certificaten. Het ging in totaal om meer dan 250 ton pootaardappelen van het ras Fontane (oogst 2018).