Fotoserie: Witlofpennen rooien gaat van een leien dakje
Voor deze klus werd Van der Heiden - die een eenmanszaak runt in Lelystad (FL) - bijgestaan door loonbedrijf Gebr. Van Unen uit Emmeloord. In totaal rooide het team 6 ha witlofpennen. De akkerbouwer zegt dat het rooien van een leien dakje ging. „Het ging hartstikke mooi. Erg soepeltjes.” In tegenstelling tot de andere gewassen die Van der Heiden teelt en wenst te rooien een dezer dagen. Naast witlofpennen teelt de Flevolander ook aardappelen, vroege wortels, uien, bieten en gerst. Het weer verstoort de rooiplannen van de boer. „Als het regent, kan je niet rooien. Zo simpel is het. Dus dat gaat echt met horten en stoten.” In totaal telt het bedrijf 52 ha grond.
Opzetten
De witlof werd op dinsdag 19 november van het land gehaald en op woensdag 20 november opgehaald door Horti Hydro Cultures uit Venhuizen (NH). Daar worden de pennen gesorteerd en gekoeld. In de winter worden de pennen opgezet in een kas waar de witlof groeit tot kroppen. Daarna gaan ze naar verschillende supermarkten, waaronder de Albert Heijn.
Droogte
In tegenstelling tot de herfst van 2019, waren de zomers van 2018 en 2019 bijzonder droog. Volgens Van der Heiden heeft dat echter weinig tot geen invloed gehad op de groei van zijn witlof. „Het is eigenlijk steeds goed gegaan met een beetje beregenen op zijn tijd. Witlof lijken op suikerbuiten: ze kunnen wel wat hebben.
Uitdagingen
De droogte vormt dus geen grote uitdaging voor de pennen van Van der Heiden. Maar wat wel? „Ervoor zorgen dat er genoeg planten groeien. Dat is elk jaar weer een uitdaging. Als je niet genoeg planten hebt, heb je in het najaar ook niet genoeg pennen. Dus na de zaai van de planten moet je zo snel mogelijk beregenen om de groei van de planten te stimuleren. Daar zitten, natuurlijk, wel kosten aan verbonden.”
Ook het steeds strenger wordende beleid rondom gewasbeschermingsmiddelen is een limiterende factor. „We mogen bijna niet meer spuiten. Dus ervoor zorgen dat de planten schoon blijven en het tegengaan van onkruid zijn ook grote uitdagingen voor witloftelers.”