‘Bemonsteren van TBM-percelen belangrijk wapen in strijd tegen AM’
Stuurgroep TBM dringt aan op noodzaak vrijwillige bemonstering
AM is een groot probleem in Nederland, maar zeker in het Veenkoloniaal teeltgebied. Het probleem begon een aantal jaren geleden met de vondst van Globodera pallida, maar nu speelt ook G. rostochiensis een rol. „Omdat het jarenlang geen echt probleem was, is men aardappelmoeheid een beetje vergeten. En is er lang niet meer bemonsterd op AM.” Maar AM is er wel degelijk, zegt Koop. „Het Emslandaaltje is jaren geleden in Duitsland gevonden. Maar nu zit hij ook in het midden van Drenthe of diep in de Veenkoloniën.”
De stuurgroep roept de TBM-pootgoedtelers al langer op om hun percelen vrijwillig te laten bemonsteren, maar tot nu toe met weinig succes. Vorig jaar had ongeveer een derde van de TBM-telers zijn areaal laten bemonsteren en dat aantal is dit jaar maar een klein beetje gegroeid. „Het loopt dus nog steeds niet storm.” Het totale areaal TBM-pootgoed beslaat ongeveer 2.650 hectare.
Het Emslandaaltje zit ook in Midden-Drenthe of diep in de Veenkoloniën.”
Tijd om aan de bel te trekken, want de risico’s zijn groot, meent de stuurgroep. Via Avebe worden de telers nogmaals dringend opgeroepen om hun percelen te laten toetsen op AM. De kosten hoeven geen drempel te zijn, want via een collectieve heffing van Avebe betalen ze al mee aan dit onderzoek. Via deze heffing wordt het AM-onderzoek naar 10 procent van het areaal TBM-pootgoed gefinancierd.
De stuurgroep heeft eerder overwogen de vrijwillige toetsing verplicht te laten stellen, maar dat idee is na rijp beraad losgelaten. „We willen dit liever niet verplichten. Het hoort tenslotte ook bij het ondernemerschap om je eigen keuzes te maken.”
De strijd tegen AM begint met de teelt van schoon pootgoed op een schoon perceel. „Laat daarom in ieder geval de percelen waar je pootgoed op gaat telen onderzoeken. Want als je het daar fout doet, gaat de besmetting over je hele bedrijf heen.”
Wie denkt een AM-probleem te hebben op een perceel kan dit nu laten onderzoeken via een grondmonster. Als daar uit blijkt dat er daadwerkelijk AM in zit, kan de teler in het voorjaar een rassenkeuzetoets doen. Daarbij wordt een aantal knollen van verschillende rassen uitgeplant op het betreffende perceel, om zo te beoordelen welk ras de beste werking heeft. Tegen de zomer volgt de uitslag, en zo kan de akkerbouwer de juiste rassen kiezen voor het volgende teeltseizoen. „Dan sta je met 1-0 voor.”
Het is lastig om op voorhand te zeggen welk ras het het beste gaat doen, zegt Koop. „Dat is afhankelijk van het ras en de grondsoort. Een ras dat te boek staat als zeer resistent kan bijvoorbeeld op het ene perceel nauwelijks vermeerderen, terwijl het op een ander perceel volop vermeerdert.”
Het is goed om te weten wat de status is van het perceel voor je er aardappelen op teelt, meent Koop. En daar zit het gevaar van huurpercelen. „Deze worden vaak niet bemonsterd. Je hoort veel akkerbouwers zeggen: ik doe er wel granulaat onder en klaar. Maar je kunt beter vooraf bemonsteren en dan van granulaat afzien. Dan ben je ook nog goedkoper uit.”
„Beter vooraf bemonsteren en afzien van granulaat.”
Koop is er van overtuigd dat de 1:2-teelt in de Veenkoloniën niet het probleem hoeft te zijn. Volgens hem schuilt er een veel groter gevaar in de aanwezigheid van aardappelopslag in het tussengewas. „In dat jaar moet je er voor zorgen dat er absoluut geen aardappelen meer staan. Anders ben je bezig met continuteelt.” Hij ziet de laatste jaren veel aardappelopslag verschijnen in bieten of granen. „Er is maar één goede aanpak hiervan en dat is RoundUp. Met andere middelen ben je pas tegen de zomer van die opslag af en hebben de aardappelplanten onder de grond al veel aaltjes gelokt.”
Tekst: Fenneke Wiepkema
Journalist, opgegroeid op een akkerbouwbedrijf. Schreef al voor verschillende landbouwuitgevers over het vakgebied akkerbouw en doet dit sinds 2012 als chef-redacteur akkerbouw bij Agrio. Schrijft en coördineert voor Akkerwijzer.nl, het vakblad Akkerwijzer en de regionale titels van Agrio.
Beeld: Susan Rexwinkel, Fenneke Wiepkema