NVWA: Overschrijdingen residunorm gewasbeschermingsmiddelen vooral op groenten uit niet-Europese landen

Hoeveel resten van gewasbeschermingsmiddelen op groente en fruit mogen zitten, wordt wettelijk vastgesteld via de zogenoemde Maximum Residu Limiet (MRL). Op EU-niveau bepalen de lidstaten gezamenlijk deze MRL’s, en ze nemen daarbij zeer grote veiligheidsmarges in acht. Daarbij mogen geen gezondheidsrisico’s optreden.
Bij aardappelen in de EU was in 3,1 procent van de monsters sprake van een overschrijding van de MRL, bij Europese uien was dat 1,7 procent. In de monsters van wortelen werd in 3,0 procent een overschrijding van de MRL geconstateerd, blijkt uit het rapport van de NVWA. Bij producten van buiten de EU gaat het om veel hogere percentages overschrijdingen. Zo komen uien van buiten de EU uit op een 5,6 procent overschrijdingsnorm van de MRL, bij bataten (zoete aardappelen) gaat het zelfs om 17,2 procent.
Steekproef
De NVWA controleert steekproefsgewijs of prodcten voldoen aan de MRL’s, waarbij monsters worden genomen en geanalyseerd op residuen. Een deel van de steekproef is representatief voor een product(-groep) op de markt, bij een ander deel wordt risicogestuurd bemonsterd. De bemonsterde groente- en fruitmonsters worden met zogenoemde multi-residumethoden op 200 tot 500 verschillende residuen van bestrijdingsmiddelen onderzocht.
Wanneer sprake is van overschrijding van de MRL zonder dat ook de gezondheidskundige grenswaarde is overschreden, volgt een boete of een waarschuwing. Ook mag het betreffende product niet meer worden verhandeld.