Nieuwe Plantgezondheidsverordening: M. chitwoodi en M. fallax blijven Q-ziektes
De nieuwe regelgeving maakt onderscheid tussen Q(uarantaine)-organismen en Regulated Non-Quarantaine Pests (RNQP's), ook wel kwaliteitsziektes genoemd. Bij Q-organismen is het doel de EU vrij te houden van deze organismen of, indien deze al aanwezig zijn, verdere verspreiding te voorkomen. Bij RNQP’s is het doel te voorkomen dat de organismen economische schade geven in specifieke teelten.
Een teleurstelling, vindt voorzitter Peter Berghuis van de LTO werkgroep Pootaardappelen. „We hebben er hard voor gestreden om chitwoodi en fallax van Q naar RNQP te laten gaan, maar het is helaas niet gelukt.” Eén van de argumenten voor de verlichting naar RNQP is dat chitwoodi op meerdere plekken in de EU voorkomt: naast Nederland kennen onder meer ook België, Duitsland en Frankrijk problemen met chitwoodi. Dit is één van de voorwaarden om als RNQP geclassificeerd te worden.
Aardappelmoeheid
Ook aardappelmoeheid blijft onder het regime van Q-ziekte. Ook van deze plaag had de pootgoedsector gehoopt dat dit in de nieuwe verordening verder zou gaan als RNQP. Deze aaltjes zijn immers over een groot deel van het land verspreid, en uitroeien wordt daarmee een utopie.
Chitwoodi en fallax zijn lastig te bestrijden. Inundatie is een goed middel om de aaltjes te doden, maar zal niet overal praktisch uitvoerbaar zijn. Officieel heeft inundatie nog geen status als zijnde een bestrijdingsmaatregel van chitwoodi, bij de aanpak van aardappelmoeheid wel. Duidelijk is wel dat bedrijfshygiëne, gewasrotatie en onkruidbestrijding een hele belangrijke preventieve en remmende werking hebben. Door een goede hygiëne voorkom je het verslepen van grond en daarmee aaltjes van het ene perceel naar het andere. Gewasrotatie en onkruidbestrijding kunnen vermeerdering beperken dan wel voorkomen.
Europese Fytorichtlijn
De nieuwe Plantgezondheidsverordening met nummer 2016/2031/EG vervangt de huidige Europese Fytorichtlijn 2000/29/EG.