Inkomens akkerbouwers omlaag door droogte

Dit blijkt uit de jaarlijkse Inkomensraming van WUR-er, het vroegere LEI. Het gemiddeld inkomen uit bedrijf is dit jaar 57.000 euro, waar dat vorig jaar nog 51.000 euro was. De hoogste inkomens liggen dit jaar met 325.000 euro bij gesloten varkensbedrijven, terwijl ook vleesvarkens- en zeugenhouders ruim boven de 200.000 euro hebben verdiend. Glasgroentenkwekers verdienden gemiddeld 288.000 euro, voor bloementelers onder glas lag dat op 171.000 euro.
Aan de andere kant zaten dit jaar akkerbouwers, met een gemiddeld inkomen van 37.000 euro (13.000 euro voor zetmeelaardappeltelers) en melkveehouders, met een inkomen van 31.000 euro - en 3.000 euro minder voor biologische melkveehouders.
Regionale verschillen
De inkomens in akkerbouwbedrijven kennen grote regionale verschillen. Vooral in regio’s die hard getroffen zijn door de droogte zijn de inkomens flink lager. Daarnaast zijn ook de opbrengstprijzen voor de meeste producten gedaald. Dat geldt vooral voor consumptieaardappelen, waar de prijzen dit jaar 38 procent lager lagen dan in 2018, en uien, waar de prijs 63 procent lager was.
„De resultaten tonen maar weer eens hoe verschrikkelijk afhankelijk van het weer de akkerbouw is”, vertelt WUR-akkerbouwspecialist Bert Smit. „Je ziet grote inkomensverschillen tussen bedrijven die op kleigrond liggen of kunnen beregenen, en de bedrijven die dat niet kunnen.” In de toekomst wordt risicomanagement steeds belangrijker voor akkerbouwers, stelt hij, omdat het weer steeds extremer wordt. Akkerbouwers kunnen bijvoorbeeld een mix van vroege en late rassen telen, zodat ze het risico op periodes met zware regenval of lange droogte kunnen vermijden. Ze kunnen ook werken aan een mix van hoogrenderende, maar risicovolle, gewassen en gewassen die misschien minder opbrengen maar beter tegen extreme weersomstandigheden kunnen.
„Maar zeker zo belangrijk is het om de grond in pico bello conditie te houden”, vindt Smit. „Als de grond in goede conditie is, kan het beter water vasthouden, wat helpt in periodes van droogte.”