Gevolgen neonicotinoïdenverbod duidelijk zichtbaar in bietenpercelen
In 2019 mocht voor het eerst géén bietenzaad meer gebruikt worden dat voorzien was van een coating met daarin neonicotinoïden. Dit verbod laat al direct haar sporen achter. Zo was in 2019 duidelijk sprake van plantwegval, als gevolg van bodeminsecten (bietenkevers en springstaarten). De aantasting heeft er overigens niet toe geleid dat een groter aantal percelen moesten worden overgezaaid ten opzichte van eerdere jaren. Volgens het IRS was wel sprake van een groter aantal percelen met een dunnere plantstand.
Zaadadvies
Bij de rassenkeuze voor 2020 adviseert het IRS 2020 om op percelen met klei te kiezen voor een zaadbehandeling met Force (tefluthrin). Force is een pyrethroïde. Dit middel wordt niet door de plant opgenomen, maar doodt de insecten die in de buurt komen van het zaad. Het IRS adviseert wel om niet te diep te zaaien. Bij diepe zaai duurt het niet alleen langer voordat de kiemplant bovenstaat, waardoor insecten langer de kans krijgen om toe te slaan. Bovendien kan de werking van Force net onder het grondoppervlak tegenvallen, omdat daar te weinig actieve stof is. Ook Vydate 10G heeft een werking op insecten. Volgens het IRS is de werking van Force op bietenkevers en springstaarten echter beter dan van Vydate 10G. Met name op percelen met een zware druk adviseert het IRS om te kiezen voor Force in plaats van Vydate 10G.
Losse grond en voorvruchten
Volgens het IRS kan het zinvol zijn om de grond voor of na het zaaien voorzichtig aan te drukken. Zo wordt losse grond voorkomen. In 2019 signaleerde het IRS dat schade door insecten juist ontstond op het grensvlak tussen bodem en lucht. Van bodeminsecten, vooral van springstaarten, is het bekend dat ze meer schade veroorzaken als de grond los is. Daardoor kan het zinvol zijn de grond voor of na zaai voorzichtig aan te drukken. In een vastere grond kunnen de bodeminsecten zich slechter verplaatsen. Een te vaste grond kan echter ook tot problemen leiden zoals horizontaal groeiende bieten. Dit dient dus wel voorzichtig en onder goede omstandigheden te gebeuren.
Verplaatsing bietenkevers
Bietenkevers kunnen zich 30 meter over de grond verplaatsen. Met het oog hierop adviseert het IRS om minimaal 30 meter van het bietenperceel van vorig seizoen te blijven. Springstaarten zijn van nature in de grond aanwezig en voeden zich hoofdzakelijk met schimmels en organisch materiaal. Indien die onvoldoende aanwezig zijn, dan kunnen zij ook bietenplanten aanvreten. Na gewassen als luzerne, raaigras, wikke en klaver is de populatie springstaarten op een perceel hoger dan na braak of bladrammenas. Daarnaast is schade door springstaarten altijd groter bij een trage kieming. Om trage kieming te voorkomen kan het dus verstandig zijn om het zaaien bij koud weer enkele dagen uit te stellen.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Susan Rexwinkel Agrio archief
Bronnen: IRS, Cosun