Richtlijnen Vavi voor aardappelbewaring zonder residuen chloorprofam
Aardappelen voor de verwerkende industrie mogen vanaf oogst 2020 niet worden behandeld met middelen op basis van de actieve stof chloorprofam. Vanuit de EU is een maximale residunorm (MRL) van 0,01 ppm (detectiegrens) toegestaan op de geleverde aardappelen. De Vavi realiseert zich echter dat dit lastig zal worden, omdat in veel Europese bewaarschuren langere tijd gebruik is gemaakt van chloorprofam. Er bestaat daardoor contaminatiegevaar voor aardappelen die vanaf het oogstjaar 2020 worden bewaard in bewaarschuren met een verleden van chloorprofam, stelt de Vavi. Daarom heeft de Europese aardappelsector een aanvraag ingediend voor een tijdelijk verhoogde MRL (t-MRL) voor deze stof van 0,3 tot 0,5 MRL. Dit dossier ligt momenteel in afwachting van een oordeel bij de Europese Food Safety Authority (EFSA).
Los van de eventuele toekenning van een t-MRL verwacht de Europese Commissie dat de Europese aardappelsector een maximale inspanning levert om bewaarschuren met een verleden van chloorprofam grondig te reinigen. De Vavi heeft daarom nu een aantal richtlijnen opgesteld.
'Maximale inspanning'
Vertrekpunt is dat de aardappelen bewaard moeten worden in een voor consumptieaardappelen geschikte bewaring die is gereinigd om contaminatie met in het verleden toegepaste middelen op basis van chloorprofam te voorkomen. De teler moet voordat hij de aardappelen inschuurt 'een maximale inspanning leveren om de bewaarschuren met toebehoren zoals ventilatoren, luchtkanalen en kisten, etc afdoende grondig te reinigen'. Verder is de teler die aardappelen levert verplicht de afnemer te melden wat hij heeft gedaan om zijn bewaarplaats te reinigen.
De (Europese) ketenpartners moeten de handen ineen slaan om de uitfasering van chloorprofam in goede banen te leiden, stelt de Vavi. De organisatie is daarom aanjager van intensieve samenwerking met de koepels en branches die ook worden geconfronteerd met de uitdagingen van aardappelbewaring zonder chloorprofam. In de komende maanden wordt deze samenwerking hopelijk verder versterkt zodat er ruim voor de start van het nieuwe bewaarseizoen gedragen en praktische toepasbare adviezen kunnen worden aangereikt aan telers, aldus de Vavi.
Onderzoek naar reinigingsmethodiek
Ondertussen loopt er een onderzoek van de Vavi naar de beste reinigingsmethodiek. De vereniging volgt in zes Nederlandse bewaarcellen verspreid over het land wat de effecten zijn van de verschillende middelen op de aardappelen. Voor de oogst is in de zes cellen een nulmeting gedaan. Daarna zijn ze met verschillende middelen gereinigd en zijn ze weer onderzocht op de aanwezigheid van residuen. Gedurende het bewaarseizoen worden er meerdere keren monsters genomen uit de aardappelpartijen om te meten hoeveel residu er op de knollen zit. Ook loopt er een onderzoek in ongeveer honderd bewaarcellen waarin dit jaar al geen chloorprofam meer wordt toegepast.
De Vavi hoopt in maart een compleet beeld te hebben van de verschillende opties en de effecten hiervan op de aardappelen en de bewaarcellen.