Handel, teelt en verwerking gezamenlijk op zoek naar technische oplossing chloorprofam
In de zoektocht naar alternatieven lopen er twee sporen. Wageningen UR onderzoekt in opdracht van de Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO) de alternatieven voor CIPC voor het kiemvrij bewaren van aardappelen in zeecontainers. Exporteurs behandelen aardappelen die naar verre bestemmingen gaan sinds jaar en dag met vloeibare Chloor IPC. De behandeling moet na het wegvallen van chloorprofam met alternatieve middelen om de 4 tot 6 weken plaatsvinden. Pas 48 uur na een behandeling kan worden geventileerd. Dit is in containers die worden verscheept niet mogelijk.
Reinigingsmethodiek van bewaarplaatsen
Daarnaast loopt er een onderzoek van de Vavi (verwerkende industrie) naar de beste reinigingsmethodiek van bewaarplaatsen. Hiervoor wordt in zes Nederlandse bewaarcellen verspreid over het land onderzocht wat de effecten zijn van de verschillende middelen op de aardappelen. Voor de oogst is in de zes cellen een nulmeting gedaan. Daarna zijn ze met verschillende middelen gereinigd en zijn ze weer onderzocht op de aanwezigheid van residuen. Ook loopt er een onderzoek in ongeveer honderd bewaarcellen waarin dit jaar al geen chloorprofam meer wordt toegepast.
Er wordt nadrukkelijk niet gesproken over de roering die momenteel leeft over de richtlijnen die de Vavi recent naar buiten bracht voor het schoonmaken van aardappelbewaarplaatsen, zegt Dick Hylkema van de NAO. In deze richtlijnen staat dat telers die aardappelen leveren aan de verwerkende industrie deze moeten opslaan in bewaarschuren die vrij zijn van chloorprofam. De telers moeten een maximale inspanning verrichten om de schuren waarin chloorprofam is gebruikt, te reinigen voordat aardappelen van oogst 2020 hierin worden opgeslagen. „Daar praten we juist niet over”, benadrukt Hylkema. „Wij kijken vooral naar de technische aspecten van het bewaren van aardappelen zonder CIPC. Er zijn namelijk nog veel vraagtekens.”
Tijdelijk verhoogde MRL
Vanuit de EU is een maximale residunorm (MRL) van 0,01 ppm (detectiegrens) toegestaan op de geleverde aardappelen. De Europese aardappelsector heeft een aanvraag ingediend voor een tijdelijk verhoogde MRL (t-MRL) voor deze stof van 0,3 tot 0,5 MRL. Dit dossier ligt momenteel in afwachting van een oordeel bij de Europese Food Safety Authority (EFSA).
Per 1 oktober 2020 mag chloorprofam in de EU niet meer worden gebruikt.