Tweede Kamer stemt voor Plantgezondheidswet zonder beperking bewaring gewasbeschermingsmiddelen
Dit artikel zou het strafbaar maken om middelen in bezit te hebben die niet worden gebruikt bij het huidige teeltplan. Voor leveranciers is het ook strafbaar om middelen te leveren die voor dit teeltplan niet nodig zijn. Kamerleden Arne Weverling (VVD), Maurits von Martels (CDA) en Roelof Bisschop (SGP) hadden de minister al aangegeven dat die regel onwerkbaar en oncontroleerbaar is, en de laatste twee hadden een motie ingediend om deze regel te schrappen. Deze motie kreeg de volle steun van de Tweede Kamer.
De minister zal de wet nog op een ander punt moeten wijzigen. Zij wilde bij herinspectie een retributie kunnen heffen. Waar plantgezondheidswet grotendeels een uitwerking van een EU-verordening is, die voor alle lidstaten geldt, zou deze retributie een zogenoemde 'nationale kop' zijn, die Nederlandse telers hogere kosten oplegt dan telers uit andere landen, en daarmee het gelijke speelveld in de EU verstoort. Een meerderheid van de Kamer had hier bezwaar tegen en stemde in met een motie die deze retributiemogelijkheid verwerpt.
'Bureaucratische kerstboom'
Joris Baecke, LTO-bestuurder met portefeuille Gezonde Planten is blij dat het wetsartikel is ingetrokken. Want, zegt hij, met het verbod was niemand gebaat. „De teler zou eerst opdraaien voor de afvoerkosten om de desbetreffende middelen vervolgens opnieuw te moeten aanschaffen. Om nog maar niet te spreken over de administratieve lasten en de ongewenste situatie nog meer partijen inzage te moeten geven in hun bedrijfsgegevens. Met het intrekken van het verbod is grote onduidelijkheid, een bureaucratische kerstboom en problematische bewijsvoering bij de uitvoering van het verbod voorkomen.”
Ook de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) is blij met het besluit. „Wij zijn opgelucht dat de Tweede Kamer het amendement heeft aangenomen om artikel 20a uit de Plantgezondheidswet te schrappen. Dank! Het zou onwerkbare situaties en nog meer regeldruk hebben opgeleverd.”