'Blijven investeren in ontwikkeling aardappelkennis'
Door hybride aardappelveredeling, een nieuwe veredelingsmethode van Nederlandse bodem, kunnen rassen sneller worden aangepast. Daarnaast komen aardappelrassen als zaadjes beschikbaar. Deze zijn makkelijker te bewaren en te transporteren dan de huidige pootaardappelen. Deze innovatie zorgt enerzijds voor een duurzamere teelt en anderzijds kan deze tot hogere opbrengsten leiden in verschillende klimaatzones en omstandigheden. Deze methode vormt mogelijk ook een alternatief voor het veel bediscussieerde genetisch modificeren van gewassen.
Tijdige sturing
Hybride aardappelveredeling kan bijdragen aan ecologische duurzaamheid en voedselzekerheid, en biedt kansen voor de wereldmarkt. Om die kansen te benutten, is tijdige sturing noodzakelijk. Zo moeten de sector en de overheid blijven innoveren en investeren in kennisontwikkeling. Het Rathenau Instituut, dat onderzoek doet naar de maatschappelijke impact van nieuwe technologieën, ging over de toekomst van de aardappelteelt onder meer in gesprek met boeren, veredelaars en milieuorganisaties.
Innovatieve markt
Het is van belang om een innovatieve markt voor veredelaars in stand te houden, zodat nieuwe aardappelrassen ontwikkeld kunnen blijven worden die op een duurzame manier bijdragen aan voedselzekerheid. Daartoe dienen overheden door middel van nationale en internationale wet- en regelgeving te borgen dat veredelaars toegang houden tot genetisch materiaal en nieuwe kennis en gebruik kunnen maken van diverse veredelingstechnieken. Dat stellen R. Edelenbosch en G. Munnichs van het Rathenau Instituut in Den Haag in hun deze week gepresenteerd rapport ‘De aardappel heeft de toekomst’. Verder dienen nieuwe aardappelrassen te worden beschermd, zodat het voor veredelaars loont om daarin te investeren. De twee onderzoekers roepen daarom de overheid op marktpartijen te stimuleren om bij de ontwikkeling van nieuwe rassen ziekteresistenties op een duurzame manier in te bouwen. Dit bijvoorbeeld door gebruik te maken van stapeling van resistentiegenen. Daarnaast gebruik te maken van gemengde teeltsystemen, met verschillende rassen op het veld, waardoor ziektes minder snel doorbreken. Verder is hun advies om in te zetten op zowel breed inzetbare als niche rassen, gericht op zowel kortetermijn- (opbrengstzekerheid) als langetermijndoelen (om zo toegang te geven tot een brede genetische diversiteit).
Blijven investeren
De vooraanstaande positie van de Nederlandse aardappelsector is volgens de onderzoekers niet vanzelfsprekend. Echter de sterke kennispositie van de sector kan de basis vormen voor een nieuw verdienmodel in de vorm van export van kennis. Om een internationale rol van betekenis te blijven spelen, is het dan ook van belang dat de Nederlandse aardappelsector en de overheid blijven investeren in de ontwikkeling van fundamentele en toegepaste kennis.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Susan Rexwinkel Agrio archief
Bron: Rathenau Instituut