Omschakelen naar bio: verkijk je niet op de kosten
Jaarlijks schakelen in Nederland 7 tot 15 akkerbouwers en tuinders om, waardoor het biologische areaal circa 500 hectare uitbreidt. In 2017 was het circa 11.000 hectare, volgens het CBS. Omschakeling brengt voor akkerbouwers een heel ander bouwplan met zich mee met meer verschillende (groente)gewassen, maar vooral ook heel veel mechanische en handmatige onkruidbestrijding. „Reken op gemiddeld 80 tot 100 uur handwieden per hectare, dat is 1.500 tot 2.000 euro extra kosten”, aldus Noordermeer.
Daarnaast zal de nieuwe biologische teler willen investeren in mechanische onkruidbestrijding zoals wiedeggen, torsiewieders of luchtschoffels. GPS-systemen zijn daarbij belangrijk, want elke centimeter dichter bij de plant scheelt ruwweg 10 uur handwieden.
„Denk ook aan de bewaring”, aldus Noordermeer. „Je kunt in gegaste schuren geen biologische producten opslaan. Er geldt een nultolerantie. Een schuur binnen een schuur maken mag niet meer; je zult dan echt een nieuwe bewaarschuur moeten zetten.” Ook drainage is een aandachtspunt, omdat het financiële risico van slechte afwatering nog groter is bij een biologisch gewas waar je anders een hoog saldo mee had kunnen halen.
Rekentool
Hou er ook rekening mee dat je in de twee omschakeljaren je biologisch geteelde product nog als gangbaar moet afzetten, terwijl je kosten sterk stijgen, stellen de adviseurs. Delphy heeft daarom een rekentool ontwikkeld, waarmee ze voor individuele bedrijven kunnen doorrekenen wat de omschakeling gaat kosten, wanneer welke investeringen nodig zijn, en hoe het saldo eruit gaat zien.
Anthon Bom: „Omschakelen gaat zeker niet kosten-neutraal. Je saldo gaat wel omhoog, maar de arbeidskosten ook. Je komt dus in een financiële dip en die moet je financieren.” En er zijn genoeg voorbeelden van bedrijven waarbij het saldo niet verbetert bij omschakeling, stelt hij. Het laten doorrekenen van de omschakelkosten kost 2.000 euro.
Perspectieven goed
Qua saldo zijn de perspectieven voor de meeste biologische groentegewassen gewoon goed, aldus Noordermeer. Er is vanuit de markt een goede vraag naar biologische pompoenen, suikermais en spinazie, en ook naar conserven-en industriegroenten zoals erwten en bonen. „Dat zijn vrij grote markten, maar je komt er niet zomaar tussen”, stelt de adviseur. „Als je in omschakeling gaat, zul je je als nieuwe teler echt moeten bewijzen en actief op zoek moeten gaan naar afzet.”
De financiële opbrengsten voor bio-aardappelen en uien fluctueren sterk per jaar, en sinds vorig jaar mag de peen zich ook bij dat onzekere rijtje voegen. Van de Nederlandse biopeen gaat 80 procent naar Duitsland. De oosterburen vormen een belangrijke markt; 70 tot 80 procent van de Nederlandse bio-export gaat daarnaartoe. Maar in Duitsland en ook België en Frankrijk neemt het biologische areaal snel toe omdat daar GLB-gelden worden ingezet als omschakelsubsidie, stelt Anthon Bom. „De Duitse markt groeit jaarlijks met 5 procent, maar het land wordt ook steeds meer zelfvoorzienend. Je moet dus goed kijken naar de mogelijkheden in de markt.”