Doorschakelen naar Demeter is beschouwender, spiritueler en bedrijf als levend organisme

De ervaring van Leen Janmaat is dat boeren die overstappen naar biologisch soms al heel snel doorgaan naar BD. Akkerbouwer Wim Stegeman uit Lelystad doet dat ook. „Voor ons is dat eigenlijk een vanzelfsprekende stap. Verder gaan naar Demeter past goed bij hoe we ondernemen.” Stegeman was als gangbare akkerbouwer al heel veel bezig met biodiversiteit en bodemleven.
Dat biologisch dynamisch bij je persoon past en bij je type bedrijf is volgens Janmaat en Derkzen van belang. Janmaat: „Als je doorschakelt vraagt de Stichting Demeter je wat je idee is bij deze stap. Het moet bij je passen. Iemand van de stichting loopt alles op je bedrijf met je door. Is je bedrijf geschikt? Zijn je stallen geschikt? Als dat niet zo is, kijken ze of er aanpassingen te maken zijn. Dan ga je een traject in. Je moet je 'huiswerk' doen. Daarna krijg je opnieuw bezoek. er gaat snel een jaar overheen voor je onder het Demeter keurmerk valt.”
Markt
In de zaal zijn mensen nieuwsgierig of er een markt voor BD-producten is. Voor veel producten is dat zo in Nederland, maar het valt Janmaat wel tegen dat er nog steeds wachtlijsten zijn voor zuivelproducenten. Daar waar de Nederlandse markt onvoldoende vraag heeft is Duitsland wel een goede afzetmogelijkheid. Daar vinden veel afnemers de gewone Europese biologische standaard te laag. Het keurmerk Demeter sluit dan beter aan bij de afzet naar Duitse afnemers. Dat kan een voordeel zijn voor Nederlandse producenten. BD is vergeleken met gewoon biologisch wat verder met de kringloopgedachte, denken Derkzen en Janmaat. Derkzen: „Er zijn 19 organisaties in landen waar BD certificering bestaat geaccrediteerd om te certificeren. Die zitten grotendeels op een lijn. Ze besluiten samen over de internationale eisen en soms zijn er extra regels per land, maar alleen daar waar dat nodig is door specifieke omstandigheden.”
Een vraag van het publiek gaat over de situatie waarin een deelnemer geen vee wil. Janmaat zegt dat samenwerking met een veehouder mogelijk is. Helemaal 'veganistisch' boeren ziet hij als een andere uitdaging, maar niet bij voorbaat onmogelijk. „Je kunt er dan ook over gaan nadenken hoe je het dierlijke deel van je bedrijf anders gaat vormgeven.”
Wat en hoe?
Bij de aanwezige workshopbezoekers is een beeld van BD waarin een aantal kernwoorden genoemd worden. Die gaan over de antroposofische beweging van Rudolf Steiner, over maan en sterren, de levende bodem, respect voor dieren, preparatengebruik. Vragen in de zaal gaan over waar de visie vandaan komt, wat je moet doen om BD te gaan boeren, of er verschil in het eindproduct is met biologisch, wat de impact op de omgeving is en of er grenzen aan de omvang van een BD-bedrijf zijn.
Derkzen en Janmaat vertellen over de oorsprong van de BD-landbouw en de manier van boeren bij doorschakelen. Janmaat: „Steiner was geen boer, maar ze vroegen hem vlak na de eerste wereldoorlog welke visie hij had op landbouw. Het was een tijd waarin kunstmest opkwam, maar men zag ook dat er problemen met ziekten en plagen opdoken en niet alleen dat de opbrengst omhoog ging door kunstmest. Steiner wilde de vitaliteit terugbrengen in de landbouw. Hij bekeek de landbouw niet als iets gebaseerd op stoffen, maar op leven en de krachten die daarbij horen. Hij keek naar een landbouwbedrijf als een levend organisme. Daar hoorde alles bij.”
Op de vraag aan Steiner wat de boer moest doen om de vitaliteit te vergroten, kwam hij met de preparaten. Volgens Derkzen waren dat soort manieren om spiritualiteit in de landbouw te brengen in India destijds gewoon. In de ontwikkeling van het bedrijf en de boer daarbinnen en de relatie met de kosmos past de toepassing. „Certificering voor Demeter eist het werken met preparaten. De kern van de antroposofie is dat je vrij kan zijn in ontwikkeling, dus die verplichting geeft wel eens wat wrijving.”
Bodems
Janmaat geeft wat uitleg over de verschillen in benadering van verschillende bodems. Jonge klei laat gewassen zo snel groeien dat de teler hier meer aandacht moet geven aan de kwaliteit en rijping van het product. Op zand gaat de groei juist traag. „Daar is de opgave eerder om er wat meer groei in te krijgen. Met een kiezelpreparaat geef je een impuls op klei en met een koehoorn met mest op het zand.”
Wat betreft de maximale omvang van een bedrijf stelt BD geen grenzen, zegt Derkzen. „Steiner gaf de landbouwcursus in de jaren 20 aan grote landeigenaren. Het ging hem niet om de omvang van een bedrijf, maar om de bedrijfsindividualiteit. Ergens in je bedrijf kan je zien hoe het met jou gaat als boer. Certificeren is vaak op meten gebaseerd, maar bij Demeter moet je je ook bewust zijn van je eigen kracht. Daarvoor is een gespreksmethode ontwikkeld. Met collega's ga je in gesprek over hoe je bijvoorbeeld tegen voedselkwaliteit aankijkt.”
Janmaat verzorgt trainingen voor doorstarten van bio naar BD. Informatie daarover is te vinden op de internetpagina van de BioAcademy.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes