‘Gebruik geen uienzaad voorzien van Mundial-coating’
Afgelopen najaar heeft de Europese Commissie besloten om de maximale residu waarde (MRL) voor de werkzame stof in het zaadbehandelingsmiddel Mundial te verlagen naar de detectielimiet van 0,005 mg/kg. Organisaties in de uienketen, waaronder LTO Nederland en de NAV, wijzen telers op deze verordening en waarschuwen voor de mogelijke gevolgen voor de afzet als ze uienzaad gebruiken dat is gecoat met Mundial. De nieuwe MRL-waarde van 0,005 mg/kg is van toepassing vanaf 18 mei 2020. Deze geldt voor alle uien die vanaf deze datum worden geoogst. Voor uien die vóór 18 mei 2020 zijn geoogst, geldt de MRL-waarde van 0,02 mg/kg. Door deze MRL-waarde verlaging bestaat een reële kans dat deze waarde in consumptie-uien wordt overschreden. De betreffende partij wordt dan geblokkeerd en indien de partij niet meer volledig in eigen beheer is, moet dit bij de NVWA worden gemeld.
Het besluit van de EC is voor LTO Nederland, de NAV en een aantal verwerkers aanleiding om telers te adviseren geen Mundial-gecoat zaad meer te gebruiken. Telers die vragen hebben over het wel of niet zaaien van Mundial gecoat zaad, dat wellicht al is besteld, krijgen het advies contact op te nemen met hun zaadleverancier of distributeur. „Als LTO adviseren wij de uientelers geen Mundial-gecoat zaad te gebruiken. Het risico bestaat dat de MRL-waarde in de uien wordt overschreden. En dan mag de teler deze niet afzetten. Uiteindelijk bepaalt de teler zelf of hij dit advies opvolgt”, onderstreept Jaap van Wenum, voorzitter van de LTO vakgroep akkerbouw.
Geen probleem
NAV voorzitter Teun de Jong vindt de verlaagde MRL-waarde niet zo’n probleem. Hij wijst erop dat inmiddels goede resultaten worden geboekt met de inzet van de steriele mannelijke uienvlieg. „Hier in Friesland en Groningen behalen we goede resultaten met deze natuurlijke bestrijder”, aldus De Jong. „Voor een goed resultaat is het wel zaak dat uientelers in een bepaald gebied met elkaar samenwerken. Ze vliegen immers ook naar buurpercelen toe”, onderstreept De Jong.
De uienvlieg is het belangrijkste schadelijke insect in uien. Er zijn twee tot drie generaties per jaar in de periode mei-september. In het voorjaar komen de vliegen uit de grond in velden waar het vorige jaar uien stonden. Ze gaan dan opzoek naar uienvelden in de buurt om daar bij de jonge plantjes hun eitjes te leggen. De maden eten de ondergrondse delen van het uienplantje op; in de zomer eten ze aan de bol. Ze overwinteren als pop in de grond. Indien geen bestrijding wordt toegepast kan de schade groot zijn. Naast het soort ui speelt ook de concentratie van de uienteelt in een bepaald gebied en de grondsoort een rol bij de omvang van de populatie.
Biologische bestrijding
Bij de biologische bestrijding wordt de uienvlieg bestreden met door de Groene Vlieg Bio Control gekweekte soortgenoten. De meeste wilde uienvliegwijfjes paren dan met een steriel mannetje en hun eieren komen niet uit. Zo wordt schade voorkómen en wordt het aantal uienvliegen tot een laag niveau teruggebracht. De steriele insecten techniek kan in principe op elk willekeurig uienveld worden toegepast.
Het besluit tot verlaging van de MRL-waarden in uien kwam voor Jaap van der Slik van de Groene Vlieg als een verrassing. „De fipronilcrisis heeft het besluitvormingsproces waarschijnlijk versneld,” denkt Van der Slik. Bij de Groene Vlieg wordt nu hard gewerkt aan het verhogen van de productie van de steriele mannelijke uienvliegjes. Van der Slik: „Binnen twee jaar denken we voldoende steriele mannelijke uienvliegjes te kweken, waar we het hele Nederlandse uienareaal mee kunnen voorzien. Nu werken we nog regiogericht. In gebieden waar we nog niet actief zijn bieden we wel ons monitoringssysteem aan.”