Rassen met genoeg phytophthoraresistenties via klassieke veredeling vanaf 2022 commercieel
BioImpuls bewandelt de klassieke weg om resistente aardappelen te kweken. Het programma staat naast het programma Durph dat met cisgenese tot rassen met resistenties tegen phytophthora wil komen. Volgens Keizer beschikken de veredelaars over 11 genen die soms voorkwamen in bestaande rassen, soms in niet-commerciële landrassen en soms in wilde aardappelsoorten. Bij de presentatie van de vorderingen van BioImpuls op de BioBeurs vergelijkt Keizer de genen die ze gebruiken met sloten op de deur tegen een inbreker. „Als er maar één slot op de deur zit is de inbreker snel binnen. Als er twee op de deur zitten en elke inbreker loopt al met een loper op zak voor een van die twee, maakt dat weinig uit. Een stapeling van sloten waar geen lopers voor zijn is het sterkste. Bij zes komt de phytophthora daar nooit doorheen.”
Keizer toont plaatjes van wilde soorten met resistenties. Die liggen zo mijlenver af van de aardappels die in winkels aangeboden worden, dat er een langere weg te gaan is om tot commerciële rassen te komen. BioImpuls heeft tien jaar verlenging van het ministerie gekregen. Volgens Keizer is in deze termijn de klus van BioImpuls af. Dan is het aan de kweekbedrijven om door te gaan met het werk. „Met de wetenschap dat we over tien jaar klaar zijn, kregen we van het ministerie deze nieuwe termijn. Dat we dat doel dan bereiken telde mee in de beslissing.”
BioImpuls werkt met pootgoedhandelshuizen, Wageningse onderzoekers en kwekers die verbonden zijn aan de pootgoedhuizen of zelfstandig kweken. De boerenkwekers hebben een rol gespeeld in de stappen die gezet zijn naar meer resistente rassen. De handelshuizen komen in 2022 met de eerste rassen uit het programma en in de jaren daarna met veel meer, want dan zijn de kruisingen in het programma gebaseerd op de wildere genen in bruikbare rassen gebracht. Keizer verwacht dat de voor het biologische teelt opgezette programma ook sterk kan bijdragen aan de gangbare teelt.
„BioImpuls maakt nieuwe moleculaire merkers. Die zullen publiek beschikbaar zijn. Het belang van deze merkers is dat je in het veld kunt zien of een aardappel resistent is, maar niet door hoeveel en welke genen. Met de merkers kan je daarop controleren en selecteren”, zegt Keizer. „Dit programma is begonnen met de veredeling van tafelaardappel. Nu kunnen de frites- en chipsrassen volgen.”
Robuuste rassen
In 2017 sloten supermarkten en biologische ketenpartners een convenant 'Robuuste aardappelrassen' af. Volgens Maaike Raaijmakers van BioNext was het een heftig phytophthorajaar. Telers en afnemers waren zich bewust van de noodzaak om resistente rassen te kiezen, in ieder geval sterkere rassen, voor de biologische teelt. Die sloten niet altijd aan op de kwaliteiten die de markt vroeg. Daarom ging de keten zich inspannen teelt en markt op één lijn te krijgen met sterkere rassen.
Raaijmakers: „Doelstelling was in 2020 met 100 procent robuuste rassen in de winkel te liggen. Het kunnen resistente rassen zijn, maar de telers vroegen ook om rassen die vroeg rijpen als aanvulling daarop. De combinatie enigszins resistent en vroeg is voor de telers al een mogelijkheid.” Op drie locaties liggen proefvelden voor deze rassen en WUR, Louis Bolk Instituut en Delphy monitoren die proeven en analyseren de resultaten. Voor de telers is een factsheet ontwikkeld waarmee ze aan het resistentiemanagement kunnen bijdragen.
Volgens Raaijmakers komt het buitenland nog niet helemaal mee met de ontwikkelingen, waardoor importaardappelen vaker niet voldoen aan het stempel robuust. In 2020 zijn er 22 rassen beschikbaar voor de biologische teelt die robuust mogen heten. In het schap groeit het aanbod. In 2018 was de helft robuust, in 2019 70 procent en in 2020 moet blijken of de 100 procent robuusste rassen in het biologische tafelaardappelschap er is. Ondertussen meldt Raaijmakers een groeiende interesse voor de rassen in België en Noord-Frankrijk. Volgende stappen zijn de fritesproductie. Daar is de rasvermelding op de zak niet gewoon. Voor de verwerkers is een betrouwbare stroom grondstof door robuuste rassen wel van belang. „In 2020 willen we de verwerkers meer betrekken en meer doen richting gangbare telers”, zegt Raaijmakers.
Totale veredeling
Onderzoeksmanager Guus Heselmans van handelshuis Meijer in Rilland zegt dat de gangbare sector steeds meer belang hecht aan sterkere rassen. „Die teelt heeft te maken met steeds meer beperkingen. We moeten alleen bij de veredeling wel rekening houden met 50 verschillende andere eigenschappen. Zo is ons ras Acoustic wel sterk op phytophthora, maar minder bewaarbaar.” Bij Meijer willen ze graag doorgaan met fritesgeschikte robuuste rassen en met chipsrassen, een markt waar het handelshuis een sterke speler is.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes