Ruim een miljard euro voor gevolgen klimaatverandering landbouw
„In de toekomst krijgt Nederland vaker met extreem weer te maken“, schrijft minister Schouten in het voorwoord van het programma. „Dat gaat niet enkel om hitte en droogte, maar juist ook om heel natte perioden, met heftige regen en hagel.“
Boeren merken de klimaatverandering nu al, stelt ze, door bijvoorbeeld slechtere oogsten en door schade aan kassen en stallen. Ze kunnen ook zelf inspelen op de veranderende omstandigheden, door te werken aan betere bodems en door te kiezen voor planten, vruchten en teeltsystemen die beter zijn opgewassen tegen het veranderende klimaat.
Maar klimaatverandering is een probleem dat groter is dan het boerenerf, stelt Schouten. Het vraagt om een aanpassing van de hele samenleving. Daarom presenteert de regeromg, samen met LTO, de provincies, gemeenten, de Unie van Waterschappen, en het Verbond van Verzekeraars nu een actieprogramma.
Vijf pijlers
Het programma kent vijf pijlers. Ten eerste wordt het watersysteem versterkt om droogte, wateroverlast en verzilting tegen te gaan en de waterkwaliteit te waarborgen. De inzet daarbij is om voorbereid te zijn op droogte en op het weerbaarder maken van landbouw en natuur, om zo in de toekomst crises te voorkomen.
Een tweede pijler is de bodem. Het plan stelt dat de bodem cruciaal is in het klimaatbestendig maken van de landbouw. Kernpunten in deze pijler zijn het verbeteren van de bodemstructuur, het vergroten van het waterbergend vermogen en het verbeteren van de bodemkwaliteit om zo gewassen te ondersteunen. Met deze pijler sluit het programma aan op Nationaal Programma Landbouwbodems.
Ten derde richt het plan zich op gewassen en teeltsystemen. Daarbij kijkt het naar de ‘Toekomstvisie gewasbescherming 2030’, die zich richt op klimaatrobuuste gewassen en teeltsystemen, en voegt daar de ontwikkeling van uitgangsmaterialen, het ontwikkelen van kennis over teeltsystemen en het verbeteren van regelgeving over beschermingsmaatregelen aan toe.
De pijler ‘Veehouderij’ richt zich op klimaatadaptatie voor landbouwhuisdieren, die door klimaatverandering te maken kunnen krijgen met meer hitte en UV-straling, en kunnen worden blootgesteld aan nieuwe dierziekten. Klimaatadaptatie wordt onderdeel van de Maatlat Duurzame Veehouderij en van het beleid voor nieuwe stalsystemen.
De laatste pijler biedt ondersteuning voor de eerste vier, en concentreert zich op een regionale aanpak, het vergroten en verspreiden van kennis en innovatie op het gebied van klimaatadaptatie, en risicomanagement, via bijvoorbeeld de Brede Weersverzekering en het inrichten van spaarmogelijkheden.
Ruim een miljard euro
Om het actieprogramma mogelijk te maken trekt de regering meer dan een miljard euro uit, verspreid over verschillende potjes en uitgesmeerd over tien jaar. De grootste hap is 970 miljoen euro, die het Rijk reserveert uit een potje ‘klimaatgelden’, en waarmee in de periode 2020-2030 de ambities voor klimaatdoelen voor landbouw moeten worden bereikt. Daarnaast is er, via het Klimaatakkoord, 28 miljoen euro beschikbaar voor het Nationaal Programma Landbouwbodems, 100 miljoen euro voor een vrijwillige stoppersregeling in de veenweidegebieden, en 176 miljoen voor overige maatregelen in die gebieden. Verder wil de regering het GLB inzetten voor het borgen van maatregelen voor een klimaatbestendige landbouw, onder andere via de subsidie voor de Brede Weersverzekering. En ook is de landbouw een van de sectoren die kunnen profiteren van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie, waar Rijk, provincies en gemeenten ongeveer 500 miljoen euro aan willen bijdragen.