Column: Henk Nienhuis: Kwaliteitsgraan
Elk jaar om deze tijd ronden we ons nieuwe bouwplan af. Dat doen we niet alleen, daar schakelen we ook een handvol deskundigen voor in. Zo deden we dat ook voor onze graanteelt 2019. Volgens Agrifirm moest dat natuurlijk brouwgerst worden. De rassen geven misschien een iets lagere opbrengst, maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt door extra premie. Voor de duidelijkheid: een beter saldo per ha dus. Ook de mouters verkondigen al jaren met droge ogen dat slimme, bijdetijdse boeren kwaliteit produceren.
Vol goede moed begon ik de firma’s te bellen om ons mooie goudgele kwaliteits-brouwgerst in onze silo’s aan te bieden. Bij Agrifirm kon daar niet iedereen antwoord op geven, maar na enige dagen werd ik door het graanhoofd teruggebeld. Hij stond me te woord met een uitspraak waaruit duidelijk bleek dat hij nog een paar tarwekorrels onder zijn tong had zitten.
Hij wilde mij trouwens eerst even vragen waarvoor ik precies gebeld had en wat daarvan de bedoeling was. Het stoorde hem namelijk dat het vertrouwen in Agrifirm niet groot was omdat ik ook nog een paar andere graanfirma’s ging bellen. Ik legde hem uit dat wij een akkerbouwbedrijf hebben met akkerbouwgewassen waaraan we wat willen verdienen. Met als het kan de hoogste prijs.
Op hun aanraden hebben we nu brouwgerst in de silo zitten, van het door hen gewenste ras. Uit de zinnen die toen uitgesproken werden, was duidelijk te horen dat hij nog meer last van de tarwekorrels kreeg. De mouters hadden bedacht dat de oppervlakte met goede brouwgerst dermate groot was dat ze gemakkelijk aan voldoende grondstof konden komen. Bovendien was Bavaria enige jaren terug zo slim geweest hun nieuwe bedrijf in de Eemshaven te bouwen. Ze waren niet van plan meer dan de voerprijs te betalen. De slogans: “Beste Boeren Telen Kwaliteit” en “Better Together” hebben gewerkt. We hebben een mooie kwaliteit brouwgerst, we krijgen dit jaar maar een gewone voergerstprijs. Wel oppervlakte, geen premie.