Column: Nieuwe stikstofcijfers RIVM roepen vooral vragen op
Tegelijk presenteerde het onderzoeksinstituut een tabel die per Natura 2000-gebied inzage geeft in de herkomst van de stikstof. Het is een uitgebreide draaitabel met verschillende tabbladen. Daarin worden onder andere de overschrijding weergegeven, net als de oppervlakte van de habitats die stikstofgevoelig zijn en het oppervlakte waar de depositie boven de kritische depositie waarde ligt. Omdat alle stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden hierin zijn opgenomen, zou je verwachten dat hieruit het landelijke percentage landbouw van het RIVM valt af te leiden. Op de redactie hebben we met twee mensen zitten rekenen, maar we komen niet verder dan 36 of 38 procent aandeel landbouw in plaats van 45 procent.
45?
Redacteuren die aan het rekenen slaan, hoe goed ze dat misschien ook kunnen, is niet ideaal. Daarom legden we de vraag ook voor aan Geesje Rotgers van Stichting Agrifacts. Die rekende verschillende scenario’s door, maar kwam ook niet op 45 procent aandeel landbouw uit. Afhankelijk van de keuzes die ze maakte, varieerde de uitkomst van 26 tot 40 procent. Doordat zij een goed lijntje heeft met de medewerkers op de werkvloer van het RIVM, legde ze daar de vraag voor hoe je het moet uitrekenen. Een antwoord heeft ze nog niet.
Nog meer vragen
Wanneer je de cijfers van die draaitabel induikt, komen er alleen maar meer vragen. Het tweede gebied in het Excel-document bijvoorbeeld betreft het Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel (NH). Landbouw is hier voor 19 procent verantwoordelijk voor de stikstofdepositie. Het RIVM rekent met een stikstofgevoelige oppervlakte van 4860,5 hectare. Kijk je op de website van Natura 2000-gebieden van de overheid, dan blijkt dat hele gebied maar 4083 hectare groot te zijn. Kijk je vervolgens in het bestand ‘Gebiedsanalyse’ , vind je een tabel met stikstofgevoelige habitattypen met bijbehorende oppervlaktes. Tel je dat op, dan kom je uit op 4811,5 hectare.
Overschrijding
Eigenlijk is die oppervlakte niet zo relevant want het gaat om de oppervlakte waar de overschrijding plaatsvindt. In het Excel-document van het RIVM staat daar een oppervlakte voor van 3548,6 hectare. Kijk je weer in de gebiedsanalyse dan betreft het negen habitattypen met een gezamenlijke oppervlakte van 2401,9 hectare.
Het RIVM hanteert blijkbaar andere oppervlaktes dan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), terwijl LNV de cijfers van het RIVM gebruikt om beleid te ontwikkelen. Stel je vragen aan het RIVM, dan komen er maar mondjesmaat antwoorden. En niet eens op de belangrijkste vragen. Dit helpt niemand verder. Schiet mij maar lek.