Ondanks heffingen meer Europese frites naar Brazilië
In februari 2017 besliste Brazilië om antidumpingmaatregelen in te stellen tegen enkele Europese aardappelverwerkende bedrijven. Volgens de Braziliaanse autoriteiten zetten de Europese aardappelverwerkers hun producten af tegen prijzen die 18 tot 41 procent lager lagen dan de prijzen waartegen ze hun producten in Groot-Brittannië hebben verkocht.
Heffingen opgelegd
Die beslissing om een heffing op te leggen voor Europese diepgevroren aardappelproducten had aanvankelijk grote economische gevolgen voor de Europese aardappelverwerkende industrie. Vooral Nederland, Duitsland, Frankrijk en België werden getroffen. Voor de Europese aardappelverwerkende industrie is Brazilië de tweede belangrijkste afzetmarkt ter wereld.
Maar vorig jaar trok de afzet in Brazilië weer aan. Volgens de Europese Commissie namen de Zuid-Amerikaanse markten 34 procent meer frites af. De stijging van 2019 zet zich ook dit jaar door. In januari importeerde Brazilië ruim 40 procent meer frites dan een jaar eerder en in februari ging het om een stijging van 35 procent.
Ook Nederland ziet zijn uitvoer naar Brazilië opnieuw stijgen. Eind 2019 ging het om een toename van 30 procent en ook begin 2020 was een gelijkaardige stijging merkbaar. Maar in vergelijking met België ligt het exportvolume van Nederland nog een stuk lager. De eerste twee maanden voerde België ruim 23.000 ton frites uit naar Brazilië, voor Nederland ging het om 7.500 ton.
Economische groei
De economische groei in Brazilië zou de belangrijkste oorzaak zijn van de toename van de import. De economie in het land zou 2,5 procent groeien. Dankzij die economisch gunstige wind zouden de Brazilianen geneigd zijn om meer frites te eten.
Waar heel wat Europese landbouwers de handelsovereenkomst die de EU sloot met de Mercosur-landen (waaronder Brazilië) bekritiseren, zijn de Europese aardappelverwerkende bedrijven wel positief over dit akkoord. Voor hen betekent dit dat hun producten eenvoudiger kunnen uitgevoerd worden naar Zuid-Amerika.
Naast Brazilië heeft ook het Zuid-Amerikaanse land Colombia in november 2018 een antidumpingprocedure in gang gezet tegen Europese verwerkte aardappelproducten. En ook in Zuid-Afrika loopt een soortgelijke procedure. In dat land startten lokale boeren, met de hulp van de Amerikaanse fritesgigant McCain, de antidumpingprocedure op. De Europese Unie heeft intussen stappen gezet bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) om een einde te maken aan die antidumpingheffingen.