Geen bagger op percelen waar pootgoed of raketblad op komt
De NVWA heeft bruinrot vastgesteld in pootaardappelen van het ras Cara op een akkerbouwbedrijf in Friesland. Het uitgebreide traceringsonderzoek heeft geen directe besmettingsbron naar boven gebracht. De pootgoedteler had zijn aardappelen niet beregend met oppervlaktewater en ook stond het water in de watergangen niet bij de NVWA te boek als zijnde besmet met de bruinrotbacterie.
Onderzoek naar de zusterpartijen bracht geen nieuwe besmettingen naar voren. Echter, tijdens het bedrijfsonderzoek bleek dat twee andere partijen Cara die niet verwant zijn aan de besmette partij óók besmet bleken te zijn. Deze aardappelen waren op hetzelfde deel van het perceel geteeld. De NVWA concludeert hieruit dat de besmetting op het perceel moet zijn ontstaan.
Waardplanten in de bagger
In het najaar was slootbagger op het perceel gestort. De NVWA vermoedt al langer dat het verspreiden van slootbagger op een perceel een besmettingsbron kan zijn. De autoriteit houdt voor het overleven van bruinrot in bagger circa een maand aan. De Friese teler had zich hier keurig aan gehouden. Maar, waarschuwt de NVWA, de bacterie kan langer overleven als er waardplanten zoals bitterzoet in de bagger zitten. Of dit hier ook het geval was, was niet meer te controleren, maar kan volgens de NVWA niet worden uitgesloten.
Bij het uitstorten van slootbagger op een perceel moeten pootgoedtelers dan ook rekening houden met hun bouwplan. Het is verstandig om geen bagger te storten op een perceel waarop in het nieuwe teeltseizoen waardplanten voor bruinrot, zoals aardappelen en raketblad geteeld worden. Ook doen de telers er verstandig aan om de bagger dun uit te spreiden.
Tweede bruinrotbesmetting
Het is het tweede geval van bruinrot van dit seizoen. In december bevestigde de NVWA een vondst van bruinrot in een perceel pootaardappelen van het HZPC-ras Taurus in Friesland. Deze vondst was gedaan tijdens de integrale toetsing op bruin- en ringrot.