Een optimale suikerproductie, hoe doe je dat?
Suikerproductie
Het weer heeft een belangrijke invloed op zowel de groei als suikerproductie van de biet. De productie van suiker in de biet is namelijk direct gerelateerd aan de hoeveelheid zonnestraling. Hoe meer straling hoe hoger de suikerproductie. Ook temperatuur speelt een belangrijke rol. De hoogste suikerproductie wordt bereikt bij zonnig weer en koude heldere nachten in het najaar. Onder deze omstandigheden kan het suikergehalte met 0,1% per dag stijgen. Naast zonnestraling en temperatuur speelt vocht een cruciale rol bij de opbouw van suikers. De suikerbiet verbruikt gedurende de teelt zo’n 5000 m3 water per hectare (Bron: IRS, teelthandleiding). Een periode van droogtestress wanneer het blad nog in ontwikkeling is, kan dan ook een ernstige opbrengstreductie geven. Droogte vlak voor de oogst zorgt juist voor hogere suikergehaltes vanwege verminderde wateropname.
Om gedurende de teelt te sturen naar een zo hoog mogelijke suikeropbrengst zijn een tweetal waarden van groot belang. De eerste is de ‘groeipuntsdatum’, het moment wanneer de wortel 4 gram suiker bevat en een versterkte diktegroei gaat vertonen. Hoe eerder de groeipuntsdatum wordt bereikt, hoe groter de potentiele suikeropbrengst zal zijn. De tweede waarde is de ‘conversiefactor’, een maat voor de hoeveelheid geproduceerde suiker per eenheid (zonne)straling. Wat hierbij opvalt is dat bij een gelijke hoeveelheid zonlicht er op rijke kleigronden een hogere suikeropbrengst wordt behaald dan op armere zandgronden (zie onderstaand figuur). Bij een matige voedingstoestand is bladbemesting gedurende de teelt een belangrijke manier om het suikergehalte en de wortelopbrengst te verhogen.
Invloed van bemesting op suikerproductie
Maar pas op! Bemesting kan de suikerproductie zowel positief als negatief beïnvloeden. Voldoende stikstof is belangrijk voor een goede wortelopbrengst, maar een overmaat van slechts 50 kg/ha stikstof kan al leiden tot een lagere winbaarheid en een daling van het suikergehalte. Het is voor stikstof daarom belangrijk om de adviesgift goed te volgen.
Bij andere elementen is het juist opletten voor een tekort. Suikerbiet is een grootverbruiker van calcium, zo’n 100 kg per ha per teeltseizoen. Calcium is essentieel voor stevige celwanden en groeiprocessen zoals celdeling en -strekking. Het risico op calciumtekort is het grootst op zand- en oudere kleigronden (Bron: Eurofins). Ook bij borium is het opletten voor een tekort. Een ernstig boriumgebrek leidt tot hartrot en aanzienlijke opbrengstderving. Een langdurig mangaangebrek kan leiden tot 10% opbrengstderving. De kans op mangaangebrek is het grootst op klei- en zandgronden met een pH van 6,0 of hoger en tijdens droge periodes(Bron: IRS).
Optima-Sugar+
Optima-Sugar+ is speciaal door Soiltech ontwikkelde bladmeststof om de suikeropbrengst in suikerbieten te verhogen. De formule met een hoog gehalte calcium in combinatie met mangaan en andere spoorelementen zorgt ervoor dat zowel de wortel- als de suikeropbrengst per hectare aanzienlijk toenemen. De effectiviteit van Optima-Sugar+ is de afgelopen jaren uitvoerig getest in praktijkproeven in Nederland en België, op zowel zand-, leem- als kleigronden. In figuur 2 zijn de resultaten van een tweetal veldproeven uit 2019 weergegeven. Deze proeven zijn noggedaanmet de voorloper van Optima Sugar+: Beta Sugar+. De Beta Sugar+ is doorontwikkeld en heeft daardoor ook een andere naam gekregen. De overige proefresultaten zijn op te vragen via de website van Soiltech.
Voor een optimaal resultaat wordt geadviseerd om 3 keer 3 liter Optima-Sugar+ aan de fungicide-bespuitingen toe te voegen. Eerste bespuiting toepassen nadat de groeipuntsdatum is bereikt. Hanteer een minimale interval van 3 weken tussen de bespuitingen.
Tot slot,
Wist je dat de mensheid al sinds haar bestaan op zoek is naar zoet en energierijk voedsel. Suikerriet was eeuwenlang de belangrijkste bron van suiker. Het werd geteeld in de tropen en door de Britten verhandeld naar Europa. Door een conflict met de Britten verbood Napoleon begin 19e eeuw de Europese handel met de Britten om zo hun economie te ontwrichten. Dit handelsverbod ging echter gepaard met een grote schaarste aan suiker. Daarop beval Napoleon zijn landbouwonderzoekers naar een alternatief te zoeken. In korte tijd werd uit de wilde biet een suikerbiet veredeld met een suikergehalte van 6%. De teelt werd opgeschaald en was binnen enkele jaren gemeengoed in het Franse rijk, waaronder Nederland en België. In 1811 opende in Wageningen de eerste suikerfabriek van ons land.
Tekst: Rik Verstijnen