‘Onvoorzienbare omstandigheden’ mogelijke optie om onder leveringscontract uit te komen
De coronacrisis heeft een grote impact en zadelt veel ondernemers op met onzekerheid. Zo ook bij akkerbouwers wiens schuur nog vol zit met gecontracteerde producten zoals uien en/of aardappelen. Met name de afzet van de fritesaardappelen stagneert. Door de verplichte sluiting van de horeca in bijna geheel Europa is de fritesafzet in elkaar geklapt. De fabrikanten zitten met overvolle vrieshuizen. Akkerbouwers merken dit door aardappelen die niet meer worden opgehaald. Het is nog maar de vraag of ze wel hun weg vinden naar de fritesfabriek.
Advies
Wat getroffen telers nu vooral bezighoudt is de vraag of ze hun aardappelen nog wel tegen de afgesproken prijs vergoed krijgen en/of dat de contracten eenzijdig (mogen) worden ontbonden. Om op deze vragen een antwoord te krijgen heeft LTO-Nederland juridisch advies ingewonnen. Dit advies heeft Joost Huijgen, advocaat bij BarentsKrans, gegeven. Bij dit advies onderstreept LTO Nederland dat ieder contract anders is. Daardoor is het niet mogelijk een advies te geven dat op elke situatie van toepassing is. Desondanks vindt ze het belangrijk om haar achterban enige juridische aanknopingspunten te bieden op het moment dat een afnemer aangeeft een contract te willen ontbinden vanwege de coronacrisis.
Geen overmacht
Een fritesfabrikant die onder zijn contract uit wil en zich daarbij beroept op ‘overmacht’ heeft volgens Joost Huijgen weinig kans van slagen. Om een beroep te kunnen doen op ‘overmacht’ moet er sprake zijn van een prestatie die niet meer kan worden uitgevoerd. Een voorbeeld is volgens Huijgen als er geen goederen of diensten geleverd kunnen worden door een exportverbod. Dit geldt ook niet voor de betaling van de (koop)prijs. Ondanks de coronacrisis kan de afnemer het geld ‘gewoon’ overmaken.
Onvoorziene omstandigheden
Waar een afnemer zich in de huidige coronacrisis mogelijk wel met succes op kan beroepen is ‘onvoorziene omstandigheden’. Zo heeft de uitbraak van een pandemie als het coronavirus verregaande gevolgen waarmee geen rekening is gehouden bij het aangaan van het contract. Beroept de afnemer zich op deze onvoorziene omstandigheden, dan moet er wel (minstens) sprake zijn van een situatie waarin hij, bij een gelijkblijvend contract, in grote financiële en/of bedrijfseconomische problemen zal geraken. „Dat dit momenteel voor veel afnemers geldt, ligt door de ingestorte vraag voor sommige producten inmiddels helaas wel voor de hand”, aldus Joost Huijgen.
Kleine lettertjes leveringscontract
Hoe te handelen indien de afnemer van bijvoorbeeld fritesaardappelen zich beroept op ‘onvoorziene omstandigheden’ en zegt te stoppen met betalen? Indien een afnemer dit doet dient eerst het leveringscontract erop te worden nageslagen. Is hierin een bepaling opgenomen over onvoorziene omstandigheden en wat hoe partijen in zo’n geval moeten handelen? Is zo’n bepaling niet opgenomen in het leveringscontract, of deze biedt geen uitkomst voor de huidige situatie, dan zal worden teruggevallen op de wet. Daarbij is het startpunt dat de partij, die een beroep wil doen op ‘onvoorziene omstandigheden’, dat moet aangeven en ook dient aan te geven om in overleg te willen treden.
Eerst overleg
Huijgen adviseert om eerst te proberen er gezamenlijk uit te komen. Omdat geen van beide partijen schuld heeft aan de coronacrisis, zou als een richtsnoer genomen kunnen worden dat een tegenvaller gelijkelijk over beide partijen wordt verdeeld. „Het zou unfair zijn als alle lasten van de huidige situatie bij één van de contractspartijen zouden vallen. Oftewel: verdeel de tegenvaller 50/50”, is het advies van Huijgen. Hij onderstreept daarbij wel dat geen partij van deze onvoorziene omstandigheden commercieel mag profiteren. Is er reeds een bepaalde risicoverdeling in het contract opgenomen, dan is dit een reden om van de 50/50 verdeling af te wijken. Verder dienen ook compenserende overheidsmaatregelen in deze risicoverdeling te worden betrokken.
Gerechtelijke procedure
Komen de teler en de afnemer er samen niet uit, dan kan de afnemer naar de rechter stappen om het leveringscontract te laten wijzigen of zelfs helemaal te laten beëindigen. Huijgen: „Of en onder welke voorwaarden de rechter hiertoe zal overgaan, is op dit moment nog onzeker. De rechter zal met zijn maatregelen wel als doel hebben het contractuele evenwicht tussen partijen op een redelijke basis te herstellen. Hierbij zal de rechter wel laten meewegen of de afnemer is ingegaan op een redelijk voorstel van de kant van de teler.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Ellen Meinen Agrio Archief, Ellen Meinen
Bron: LTO Nederland